2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.8.1 Parameterinstelling
(vervolg)
OPMERKINGEN:
1. De lintspaarfunctie wordt
geactiveerd nadat een zone langer
dan 20 mm niet geprint werd in
aanvoerrichting.
2. Het sparen van lint is mogelijk tot
4 zone's per media.
3. Om gebruik te kunnen maken van
de lintspaarfunctie voor meer dan
1 zone binnen hetzelfde
etiket/kaartje, moet een printzone
aanwezig zijn van min. 8 mm
tussen de zones die niet geprint
worden en waarvoor de
lintspaarfunctie gebruikt wordt.
(11) Lintspaarfunctie
Deze parameter zorgt ervoor dat de lintspaarfunctie actief is of niet.
Deze functie beperkt het lintverlies door de opvang van ongebruikt lint
van zone's die niet geprint worden.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
<2>PARAMETER SET
RBN SAVE ON (TAG)
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
(12) Controlecode
Met deze parameter wordt een controlecode gekozen.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
<2>PARAMETER SET
CODE AUTO
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
N2-26
DUTCH VERSION NO1-33057
2.8 Instelling van werkomgeving
RBN SAVE OFF
Niet actief
RBN SAVE ON (LBL)
Actief (Wanneer de printkophendel zich
op positie 1 bevindt)
RBN SAVE ON (TAG)
Actief (Wanneer de printkophendel zich op
positie 2 bevindt.)
CODE AUTO
CODE ESC,LF,NUL
CODE{|}
CODE MANUAL
Automatische keuze
Manuële keuze
Manuële keuze
Controlecode moet
gespecifieerd worden.