Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geavanceerde Probleemoplossing - KW-Generator 132 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Geavanceerde probleemoplossing

Fout: geen of te lage uitgangsspanning
1) Is er een te grote belasting op de uitgang aangesloten? In ieder geval mag tijdens het
onderzoek geen consument worden aangesloten.
2) Controleer of de generator op nominale snelheid draait. De meeste regelaars zijn
uitgerust met een f/U-karakteristiek. D.w.z. bij een frequentie lager dan 48 Hz begint de
spanning in een gedefinieerde helling naar beneden te dalen.
3) Controleer of de generator of generatorregelaar niet te heet is. Laat hem zo nodig even
afkoelen en controleer dan de uitgangsspanning. De oorzaak van de verhoogde warmte
is overbelasting, eenfasige overbelasting, overmatige vervuiling van de generator, inlaat
van de ventilatiekap vervuild of niet vrij of invloed van buitenaf, bijvoorbeeld uitlaat of
uitlaatspruitstuk dicht bij de generator of de regelaar.
4) Als de uitgangsspanning lager is dan ca. 4 V (U-N), heeft de generator geen
REMANENZ. Dit kan gebeuren wanneer de generator langzaam tot stilstand komt met
motorbelasting. Het geval dat de REMANENZ verloren gaat is zeer zeldzaam.
Zie het document "Externe excitatie"
om het probleem op te lossen.
Voorzichtig: Voor de stappen 5 tot 8 moet u de generator stoppen, de prime mover
beveiligen tegen opnieuw starten en wachten tot de generator stopt met draaien.
Deze stappen mogen alleen door een bevoegd persoon worden uitgevoerd.
5) Bij een uitgangsspanning van ca. 4V - 50V (U-N) kan de regelaar of de generator
beschadigd raken.
Verwijder de regelaar van de generator. Maak de kabel los. Is er zichtbare schade?
Met de regelaar losgekoppeld kan de generator als volgt worden gecontroleerd: (koude
waarden)
Controleer de weerstandswaarden. Zie blz. 8 (
generatoren).
6) De wikkeltap of de bekrachtigingswikkeling van eenfasige generatoren Zu-Zv-Zw
wordt op de 6-polige AMP-stekker aangesloten met kabeleinden in de kleur geel of
oranje. De
weerstandswaarde Zu-N is afhankelijk van het type en bedraagt ongeveer ½ van de
weerstand L1-N. De
hoofdwikkeling wordt gewoonlijk aangesloten op een klemmenbord. In de regel kan
de waarde van de lage weerstand niet exact worden bepaald met een multimeter. Ook
kan bijvoorbeeld de symmetrie van de weerstandswaarden worden vergeleken.
7) Voer een isolatiemeting uit met een speciaal meettoestel (DC500V).
Let op: hiervoor is een gekwalificeerde elektricien nodig.
8) Als de generator in alle hierboven beschreven stappen in orde lijkt te zijn, moet hij
worden getest met draaiende machine. Dit mag echter alleen worden uitgevoerd door
KWG-servicepersoneel of door een bevoegd en opgeleid persoon.
Gebruiksaanwijzing – Dutch
Pagina 20
Weerstandswaarden van standaard 3-fasen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

160200250355

Inhoudsopgave