Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing – Dutch
Pagina 11
INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING
Voor de installatie
- moet worden gecontroleerd of de op het typeplaatje van de generator vermelde
gegevens overeenstemmen met de gegevens van het systeem;
- de beschermfolies en transportvergrendelingen moeten worden verwijderd
- alle bouten en moeren van de generator vastzitten voor de installatie van het systeem,
- is de mechaniek correct,
- is er voldoende koellucht en is ervoor gezorgd dat
de generator geen hete lucht aanzuigt en niet door andere ventilatoren met hete lucht
opzij wordt geblazen. Bovendien moet er voldoende ruimte zijn voor
inspectiewerkzaamheden (zie hoofdstuk "Onderhoud en verzorging"). Voor technische
ondersteuning bij de installatie biedt KWG hulp.
- Is bij generatoren met één lager het aanhaalmoment van de koppelingsplaten correct,
of zit de kegel strak in elkaar?
- Het systeem is beveiligd tegen toegang door onbevoegden.
- is uitgerust met de nodige beschermingsmiddelen overeenkomstig de wettelijke
voorschriften,
- de aansluitingen op het klemmenbord zijn uitgevoerd volgens de voorschriften,
- de aansluitingen niet zijn omgekeerd en er geen kortsluiting is tussen de generator en
de externe schakelaars,
- start de generator niet voordat u er zeker van bent dat het systeem is uitgeschakeld met
de hoofdschakelaar of andere uitschakelapparaten. Gevaar voor ongevallen door
zelfstartende machines,
- wacht tot het toestel zijn nominale snelheid heeft bereikt alvorens het systeem aan te
sluiten.
De som van alle aangesloten verlengkabels mag niet meer bedragen dan
Overschrijd de lengte niet:
- max. 250 m met draaddoorsnede 2,5 mm2
- max. 100 m met draaddoorsnede 1,5 mm2
Andere lengtes en doorsneden op aanvraag.
Voor een veilige werking van driefasige generatoren moet de voor de belastingen
opgenomen stroom zo gelijkmatig mogelijk over de drie buitenste geleiders worden
verdeeld. Zorg ervoor dat de maximale stroom die voor elk stopcontact is opgegeven,
niet wordt overschreden.
Beide eindschilden zijn voorzien van een waterafvoeropening die in de fabriek kan
worden afgedicht met een afdichtingsschroef. Als de waterafvoeropening nodig is, moet
absoluut worden gecontroleerd of deze zich aan de onderkant van de generator bevindt.
Let op: Als de generator in een schuine positie wordt geïnstalleerd, moet de
waterafvoeropening zich altijd aan de onderkant bevinden, zodat condensatie en water
dat de generator binnendringt altijd kunnen worden vermeden.
volledig kan afvloeien. Draai zo nodig het eindschild ten opzichte van de behuizing.
Een verkeerde positie van de waterafvoergaten veroorzaakt het binnendringen van
water en het uitvallen van de generator.
Advertenties
Inhoudsopgave
