WERKING
WAARSCHUWINGEN
Het systeem is niet bedoeld om de
bestuurder te ontheffen van zijn
plicht om tijdens het rijden
voorzichtig en oplettend te zijn.
Als uw voertuig een
aanhangermodule heeft die niet door
Ford is goedgekeurd, is het mogelijk
dat het systeem voorwerpen niet correct
detecteert.
Bij zware regenval of andere
omstandigheden waardoor
verstorende reflecties ontstaan is het
mogelijk dat de sensoren bepaalde
voorwerpen niet 'zien'.
De sensoren kunnen voorwerpen met
een oppervlak de ultrasone
geluidsgolven absorberen niet 'zien'.
Het systeem detecteert geen
voorwerpen die zich van uw auto
vandaan bewegen. Deze worden
alleen kort nadat zij opnieuw naar de auto
toe bewegen gedetecteerd.
Wees bijzonder voorzichtig wanneer
u achteruit rijdt met een trekhaak of
accessoire achterop. Zoals
bijvoorbeeld een fietsendrager. De
parkeerhulp achteraan geeft slechts de
afstand bij benadering vanaf de
achterbumper tot een voorwerp aan.
Als u uw auto met een
hogedrukreiniger wast, mag u slechts
kort op de sensoren spuiten, op een
afstand van minstens 8 inch (20 cm).
N.B.: Als uw auto een trekhaak heeft, wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld
wanneer de aanhangerlampen (of
lichtbalken) zijn aangesloten op de
aansluiting met 13 pennen via een door Ford
goedgekeurde aanhangermodule.
Mondeo (CNG) Vehicles Built From: 08-09-2014 Vehicles Built Up To: 19-04-2015, CG3633nlNLD nlNLD, Edition date: 10/2014, First Printing
Parkeerhulp
N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs en
sneeuw. Reinig de sensoren niet met
scherpe voorwerpen.
N.B.: Het systeem kan valse alarmen geven
als het een signaal detecteert dat gebruik
maakt van dezelfde frequentie als de
sensoren of als uw auto helemaal
volgeladen is.
N.B.: De buitenste sensoren kunnen de
zijmuren van een garage detecteren. Als de
afstand tussen de buitenste sensoren en de
zijmuur drie seconden lang constant blijft,
gaat het alarm uit. Als u verder rijdt, zullen
de binnenste sensoren voorwerpen direct
achter uw auto detecteren.
PARKEERHULP ACHTER
Sensoren zijn slechts een hulpmiddel
om bepaalde voorwerpen te
detecteren wanneer u tegen een lage
snelheid vooruit of achteruit rijdt.
Verkeerscontrolesystemen, slecht weer of
een externe motor en ventilator kunnen de
sensoren beïnvloeden; dit kan leiden tot
verminderde prestaties of verkeerde
activering. Om verwondingen te
voorkomen moet u de beperkingen van het
systeem, in detail beschreven in dit
hoofdstuk, lezen en begrijpen.
Het parkeerhulpsysteem kan niet
voorkomen dat u tegen kleine of
bewegende voorwerpen, laag bij de
grond, aanrijdt. Het parkeerhulpsysteem
geeft een geluidssignaal wanneer het een
groot voorwerp detecteert en helpt zo
schade aan uw auto te voorkomen. Wees
voorzichtig wanneer u het
parkeerhulpsysteem gebruikt, om
verwondingen te voorkomen.
178
WAARSCHUWINGEN