Ik kan geen beeld krijgen.
Scherm en
externe
bron
Slechte kleuren.
Het beeld is niet duidelijk.
Vreemde geluiden.
Het indicatielampje brandt.
Er zijn lijnen op het scherm zichtbaar.
Er wordt geen extern apparaat weergegeven.
Er wordt alleen een blauw scherm weergege-
ven.
Het scherm is zwart-wit of heeft een vreemde
kleur, of het scherm is te donker of licht.
Problemen oplossen
Symptomen
Problemen oplossen
Controleer of het netsnoer van de projector is aangesloten.
Controleer of de juiste invoerbron is geselecteerd.
Controleer of de kabels goed en op de juiste poorten aan de
achterkant van de projector zijn aangesloten.
Controleer de batterijen van de afstandsbediening.
Controleer of de instellingen voor <Color> en <Brightness>
niet op de minimale waarden zijn ingesteld.
Pas <Tint> en <Contrast> aan.
Pas de scherpstelling aan.
Controleer of de afstand van de projectie tot het scherm niet te
groot of te klein is.
Als u voortdurend een vreemd geluid hoort, neemt u contact
op met ons servicecentrum.
Zie Corrigerende handelingen op basis van indicatielampjes
(3-4).
Er kan ruis op het scherm optreden wanneer u een computer
gebruikt. Pas de frequentie (vernieuwingsfrequentie) van het
scherm aan.
Controleer de werking van het externe apparaat en controleer
of de instelbare eigenschappen zoals <Helderheid> en <Con-
trast> in het <Modus>-scherm van het projectormenu op de
juiste manier zijn gewijzigd.
Sluit de externe apparaten zorgvuldig aan. Controleer de
kabelaansluitingen nogmaals.
Controleer, zoals hierboven beschreven, de instellingen voor
<Brightness>, <Contrast > en <Color> in het menu.
Als u de diverse instellingen weer op de fabriekswaarden wilt
terugzetten, kiest u <Fabrieksinstellingen> in het menu.
4-1