Figuur 29A. Demontage voorste schaaldeel ventilator
beëindiging van de warmtevraag. Wanneer dit het geval is,
zal de pomp eerst gedurende 40 sec. na beëindiging door-
draaien, waarna de pomp gedurende 20 sec. wordt gestopt.
Na deze 20 sec. gaat de pomp weer draaien, de pomp stopt
indien de cv-aanvoertemperatuur beneden de 40 °C respec-
tievelijk 90 °C daalt. Het gedurende 20 sec. stoppen van de
pomp wordt gebruikt als beveiliging tegen het eventueel niet
sluiten van de gasklep. Mocht deze situatie optreden, dan zal
gedurende de stilstandstijd van de pomp de temperatuur
in de warmtewisselaar boven de waarde van de maximaal-
thermostaat uitkomen als gevolg waarvan deze zal uitscha-
kelen. Het thermokoppel-circuit wordt nu verbroken en de
hoofdgasklep gesloten. Hierdoor wordt de gastoevoer naar
het toestel volledig afgesloten.
7.9 Pompschakelaar
Het toestel is voorzien van een elektronische pomp-schake-
laar welke er voor zorgt dat de pomp van het toestel iedere
24 uur gedurende 2 min. ingeschakeld wordt. Het tijdstip
van inschakelen wordt bepaald door het tijdstip waarop de
230 V≈ voedingsspanning ingeschakeld wordt (stekker in het
stopcontact). Op het moment dat de spanning ingeschakeld
wordt zal de pomp gaan draaien, waarna iedere 24 uur op
datzelfde tijdstip de pomp zal gaan draaien. Indien geduren-
de deze voornoemde 24 uur de pomp reeds gedraaid heeft
door warmtevraag tap of cv, zal de pomp in deze 24 uur
niet meer gaan draaien.
7.10 Vorstbeveiliging
Naast de bovengenoemde acties wordt de elektronische
temperatuurregeling ook gebruikt om het toestel te beveiligen
tegen vorst. Indien de temperatuur van het cv-water ter
plaatse van de NTC-sensor beneden de 7 °C daalt zal de
pomp gaan draaien. Door de restwarmte in de woning en
het gegeven dat stromend water moeilijker bevriest dan stil-
staand water, wordt hiermee onder normale omstandigheden
voldoende beveiliging geboden tegen bevriezing van het
toestel. In die gevallen waarbij het toestel en/of de installatie
aan extreem koude temperaturen kan worden blootgesteld,
adviseren wij om een vorstthermostaat te plaatsen in de
meest kritische ruimte en deze elektrisch parallel aan te slui-
ten aan de kamerthermostaat.
demonteer aangegeven schroeven,
voorzijde losnemen inclusief elektrisch
gedeelte en schoepenrad.
Figuur 29B. Positie siliconenslangetjes
luchtdrukschakelaar
7.11 Pomp continu schakelaar
Het is mogelijk om de pomp continu te laten draaien. Hiertoe
moet dipswitch 1 in de ON positie gezet worden (zie figuur
20B4 en 20C1).
7.12 Ventilator
De ventilator wordt in ruststand intermitterend aangestuurd
op 65 V≈. De ventilator schakelt 1,5 sec. in en 2,5 sec. uit.
Het is mogelijk de ventilator continu op 65 V≈ te laten draaien.
Hiertoe moet dipswitch 2 in de ON positie gezet worden (zie
figuur 20B4 + 20C2).
let op de juiste positie van
de siliconenslangetjes op
de luchtdrukschakelaar.
19