48
Serienummer
Noteer dit nummer voor ondersteunings- en
verzekeringsdoeleinden.
MARPA-status
De MARPA-status gaat na of er zich een koerssensor in het netwerk
bevindt en of de radar de koersinformatie ontvangt die noodzakelijk
is voor MARPA-berekeningen.
Apparaat-ID resetten
Als de radar moet worden aangesloten op een netwerk dat in het
verleden aangesloten is geweest op een netwerk met dubbele
radar dan is het mogelijk dat de nieuwe radar niet door het systeem
wordt gedetecteerd omdat het apparaat-ID ongeldig is. Om dit
probleem op te lossen selecteert u de knop Apparaat-ID resetten
terwijl de radar is aangesloten en ingeschakeld.
Ú Notitie:
Deze procedure moet worden uitgevoerd met slechts
één radar op het netwerk, en is alleen van toepassing als in het
netwerk een oudere MFD is gekoppeld aan andere MFD's.
Afstellen peiluitlijning
Hiermee wordt de koersmarkering op het scherm uitgelijnd met de
middellijn van het vaartuig. Zo worden kleine uitlijningsverschillen
van de scanner tijdens installatie gecompenseerd. Eventuele
onnauwkeurigheden worden duidelijk bij het gebruik van MARPA of
kaart-overlay.
Richt het vaartuig loodrecht op het einde van een golfbreker of
schiereiland. Pas de peilinstelling aan, zodat koersmarkering en
landmassa elkaar kruisen.
Afstellen antennehoogte
Stel de hoogte van de radarscanner af op het wateroppervlak. De
radar gebruikt deze waarde voor het berekenen van de correcte
STC-instellingen.
Lokale interferentieonderdrukking aanpassen
Interferentie van bepaalde bronnen aan boord kan de werking van
de Broadband-radar verstoren. Hierdoor kan een groot doel op het
Software installeren
| HDS Carbon
Installatiehandleiding