Navico Holding AS en zijn dochtermaatschappijen, filialen en gelieerde bedrijven behouden zich het recht voor wijzigingen in de specificaties aan te brengen zonder mededeling vooraf. Handelsmerken Lowrance® en Navico® zijn gedeponeerde handelsmerken van Navico. Navionics® is een gedeponeerd handelsmerk van Navionics, Inc. ®...
Over deze handleiding Deze handleiding is een referentiehandleiding voor de bediening van de HDS Gen3. Er wordt vanuit gegaan dat alle apparatuur is geïnstalleerd en geconfigureerd en dat het systeem gereed is voor gebruik.
Pagina 6
De meest recente versie van de handleiding kan gedownload worden van www.lowrance.com. De handleiding op het scherm weergeven Met de PDF-viewer in de unit kunt u de handleidingen en andere PDF-bestanden op het scherm lezen.
Pagina 7
Selecteer de relevante paneelknop. Aanraakbediening: maak knijp- of spreidbewegingen. Toetsbediening: gebruik de toetsen + en -. • De PDF viewer afsluiten Aanraakbediening: selecteer de X in de rechterbovenhoek van het paneel. Toetsbediening: druk op de toets X. Voorwoord | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 8
De huidige softwareversie op deze unit is te vinden in het dialoogvenster Info. Het dialoogvenster Info is beschikbaar in Systeeminstellingen. Raadpleeg "Info over" op pagina 180 voor meer informatie. Raadpleeg "Software-upgrades" op pagina 188 voor het upgraden van uw software. Voorwoord | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Twee kaarttypen tonen De kaart verschuiven Vaartuigsymbool Kaartschaal Het vaartuig op het kaart paneel positioneren Informatie over kaartitems weergeven De cursor gebruiken op het kaartpaneel Routes aanmaken Panelen voor het zoeken van objecten op de kaart 3D-kaarten Inhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 10
Opname van loggegevens starten Opname van loggegevens stoppen De vastgelegde echogegevens weergeven Sonar Weergaveopties Sonar-instellingen 86 StructureScan Het StructureScan beeld Het StructureScan-beeld zoomen Gebruik van de cursor op het paneel StructureScan StructureScan-historie weergeven Het StructureScan-beeld instellen Fishfinder stoppen Inhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 11
109 Stuurautomaat trollingmotor 109 Veilige bediening met de stuurautomaat 109 Wisselen van automatische navigatie naar standby modus 110 Stuurautomaatinterface 111 Stuurautomaatbediening van de trollingmotor 115 Stuurautomaat instellen 118 Stuurautomaat buitenboordmotor 118 Veilige bediening met de stuurautomaat Inhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 12
152 Symbolen AIS-doelen 153 Zoeken naar AIS-items 154 Informatie over afzonderlijke AIS-doelen weergeven 154 AIS-informatie op radarpanelen 154 Een AIS-vaartuig oproepen 155 AIS SART 157 Vaartuigalarmen 158 Vaartuiginstellingen 160 Audio 160 Activeren audio 161 SonicHub 2 Inhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Inleiding Bediening van het systeem U kunt de HDS Gen3 bedienen met zowel de toetsen als het touchscreen. In deze handleiding worden de volgende algemene termen gebruikt om de bediening van de unit te beschrijven: Selecteer • Touchscreen: Tik op het paneel •...
Man Overboard (MOB) waypoint opgeslagen op de huidige vaartuigpositie. Toets Afsluiten (X) Indrukken om een dialoogvenster te sluiten, terug te keren naar het vorige menuniveau en de cursor uit het paneel te verwijderen. Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Eén keer indrukken om het dialoogvenster System regelingen te openen. Herhaaldelijk kort indrukken om de helderheid van de schermverlichting te doorlopen. Ingedrukt houden om de unit aan of uit te zetten. Klepje van de kaartlezer microSD-kaartlezers Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Selecteer deze knop om de Home pagina te verlaten en terug te keren naar de vorige actieve pagina. Favorieten Selecteer een knop om de paneelcombinatie weer te geven. Houd een favorietenknop ingedrukt om de bewerkingsmodus voor het favorietenpaneel te openen. Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Open het dialoogvenster door kort op de aan/uit-knop te drukken. Dialoogvenster Informatie voor of invoer van de gebruiker. Alarmmelding Wordt weergegeven als zich gevaarlijke situaties of systeemfouten voordoen. Gesplitste pagina's Elke pagina kan maximaal 4 panelen bevatten. Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Alle vooraf ingestelde favoriete pagina's kunnen worden aangepast of verwijderd. U kunt ook uw eigen favorieten aanmaken. U kunt in totaal 12 favoriete pagina's opgeven. Ga voor meer informatie naar "Nieuwe favoriete pagina's toevoegen" op pagina 34. Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Raadpleeg "Het paneel aanpassen" op pagina 103. Integratie FUSION-Link De FUSION-Link-apparaten verschijnen als aanvullende bronnen wanneer de audiofunctie wordt gebruikt. Er zijn geen aanvullende pictogrammen beschikbaar. Ga naar "Audio" op pagina 160 voor meer informatie. Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Power-Pole-ankers, die kunnen worden aangestuurd door het op uw boot geïnstalleerde C-Monster Control System, kunnen worden bediend via de HDS Gen3. Om de Power-Poles te kunnen bedienen dient u deze te koppelen met de HDS Gen3 via de op beide producten beschikbare draadloze Bluetooth-technologie. Power-Pole bedieningsknoppen Als Power-Poles zijn gekoppeld met de HDS Gen3, is de knop Power-Pole beschikbaar in het dialoogvenster Systeem regelingen.
Pagina 23
De Power-Pole controller geeft bedieningsknoppen weer voor elke Power-Pole die is gekoppeld met de HDS Gen3. Druk één keer op de Auto-knoppen om de Power-Poles automatisch helemaal omhoog en omlaag te bewegen. Met de handmatige knoppen Omhoog en Omlaag kunt u ze zo snel en zo ver als u wilt omhoog of omlaag brengen.
Pagina 24
Door Blijf verbonden te selecteren hebt u sneller toegang tot de bedieningsfuncties, maar u kunt de ankers dan niet bedienen vanaf een ander display. Schakel deze optie uit als u verbinding wilt kunnen maken vanaf andere displays. Inleiding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt het systeem in- en uitschakelen door de knop Aan/uit ingedrukt te houden.U kunt het systeem ook uitschakelen vanuit het dialoogvenster Systeem regelingen. Als de toets Aan/uit wordt losgelaten voordat de apparatuur is uitgeschakeld, wordt de uitschakeling geannuleerd. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als de aanraakvergrendeling actief is, kunt u de unit alleen met de knoppen bedienen. Ú Notitie: Als er grote hoeveelheden water op het scherm worden gedetecteerd vergrendelt het touchscreen zichzelf automatisch om ongewenste activering te voorkomen. U vergrendelt het touchscreen in het dialoogvenster Systeem regelingen. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De status van de cursor (actief of niet-actief) wijzigt de menu-opties. Dialoogvensters Numerieke en alfanumerieke toetsenborden worden automatisch getoond als er gebruikersinformatie in dialoogvensters moet worden ingevoerd. U kunt een dialoogvenster sluiten door de invoer op te slaan of te annuleren. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
X-toets of selecteer het duidelijke cursor optie. Ga naar cursor U kunt naar een geselecteerde positie op het beeld navigeren, door de cursor op het paneel te plaatsen en vervolgens de optie Ga naar cursor in het menu te selecteren. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het grijze pictogram volgt het vaartuig als dat in beweging is, en het blauwe pictogram blijft op de positie die u hebt opgegeven toen u de functie activeerde. U beëindigt de meetfunctie door de optie Meten beëindigen te selecteren. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het systeem blijft navigatiegegevens naar het MOB-waypoint weergeven totdat de navigatie in het menu wordt geannuleerd. MOB waypoint informatie weergeven U kunt MOB informatie weergeven door het MOB waypoint te selecteren en vervolgens de MOB waypoint pop-up. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Waypoint wijzigen geopend. Schermafdruk Druk tegelijk op de toetsen Pagina's en Aan/uit om een schermafdruk te maken. Schermafdrukken worden in het interne geheugen opgeslagen. Om bestanden weer te geven, raadpleegt u "Bestanden" op pagina 183. Bediening, basis | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het paneelformaat kan zowel voor favoriete pagina's als voor vooraf gedefinieerde gesplitste pagina's aangepast worden. Activeer het dialoogvenster Systeem regelingen Selecteer de aanpassingsoptie voor gesplitste pagina's in het dialoogvenster Pas het paneelformaat aan door: - Aanraakbediening: versleep het aanpassingspictogram Het systeem aanpassen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
• Een nieuwe gegevensoverlay toe te voegen aan het actieve paneel. • Een geselecteerde gegevensoverlay te verwijderen. • Een geselecteerde gegevensoverlay te wijzigen om andere gegevens weer te geven. Het systeem aanpassen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
- Selecteer het pictogram X op een pictogram onder Favorieten om de pagina te verwijderen - Selecteer het toolpictogram op een van de pictogrammen onder Favorieten om het dialoogvenster Pagina editor weer te geven In het dialoogvenster Pagina editor Het systeem aanpassen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 35
Sla uw wijzigingen op of annuleer ze om de modus Favorieten bewerken te verlaten. Het systeem aanpassen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
AIS-doelen weergeven. U kunt een radarbeeld, een StructureScan-beeld of weerinformatie als overlay laten weergeven. Het kaartpaneel Waypoint* Vaartuig met verlengingslijn (verlengingslijn is optioneel) Route* Noordindicator Rasterlijnen* Bereikringen* Trail* Kaartschaal Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Deze opties hangen af van de kaart die u gebruikt. Ú Notitie: In het menu staan Insight-kaarten als Lowrance aangegeven. Kaarten die op een elektronische kaart staan, worden gedeeld via het Ethernet-netwerk. Er is dus meer een elektronische kaart per vaartuig nodig.
U kunt in- en uitzoomen op de kaart met behulp van de zoomknoppen (+ of -), de toetsen + of -, of door 2 vingers samen te knijpen (uitzoomen) of te spreiden (inzoomen). Rechtsonder op het kaartpaneel worden bereikschalen en bereikringen getoond (indien ingeschakeld). Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Selecteer het pop-upvenster van het kaartitem om alle beschikbare informatie voor dat item weer te geven. U kunt het dialoogvenster met gedetailleerde informatie ook vanuit het menu openen. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt als volgt routes aanmaken op het kaartpaneel. Plaats de cursor op het kaartpaneel Selecteer Nieuw, gevolgd door Nieuwe route in het menu Plaats de overige routepunten Sla de route op door de optie Opslaan te selecteren in het menu. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt de kaart in een willekeurige richting bewegen door het pictogram Pannen te selecteren en in de gewenste richting te draaien. Selecteer de menuoptie Terug naar vaartuig om te stoppen met pannen en de kaart op de vaartuigpositie te centreren. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
In dit hoofdstuk ziet u de menu's van een Insight-kaart. Ú Notitie: Menu-opties die niet beschikbaar zijn voor de getoonde kaart worden in grijs weergegeven. Rasterkaarten zijn bijvoorbeeld niet beschikbaar voor Insight, dus de menu-optie Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
(gelijk aan of minder dan 1 knoop), afhankelijk van de stroming op die locatie. Als er geen stroming is (0 knopen) wordt dit weergegeven als een vierkant wit pictogram. Statische stromings- en Dynamische stromingspictogrammen getijdenpictogrammen Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Kaartopties voor Insight en C-MAP Oriëntatie, Kijk vooruit, 3D en Kaartbron (eerder in dit hoofdstuk beschreven) komen veel voor bij alle typen kaarten. Presentatie De kaarten kunnen in verschillende stijlen getoond worden. Schaduwreliëf Geen contouren Rasterkaarten Hoge res. bathymetrie Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Met deze optie kunt u satellietfoto's van een gebied als overlay weergeven op de kaart. De beschikbaarheid van dergelijke foto's is beperkt tot bepaalde gebieden en kaartversies. U kunt foto-overlays in 2D of 3D weergeven. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 46
(lichtere tinten) en diep water (donkerder tinten). Na inschakeling van Veiligheidsdiepte geeft u de gewenste limiet voor de veiligheidsdiepte op. De Veiligheidsdiepte bepaalt de limiet waarbij diepten niet meer blauw worden weergegeven. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 47
Deze grafische instellingen zijn alleen beschikbaar in de modus 3D. Overdrijving kan worden toegepast op de getekende hoogte van heuvels op het land en op troggen in het water om deze hoger of dieper te laten lijken. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
SonarChart Live om dit als overlay op de kaart weer te geven. Wanneer u SonarChart Live Overlay selecteert, wordt het menu uitgevouwen en worden de opties van SonarChart Live weergegeven. Gebruik de optie om de transparantie en minimale diepte in te stellen. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Veiligheidsdiepte, op basis van een geselecteerde limiet, wordt zonder blauwe schakeringen getekend. Ú Notitie: De ingebouwde Navionics-database bevat gegevens tot een diepte van 20 m. Daarna is alles wit. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het systeem maakt een animatie van de pijlen en/of meters om de ontwikkeling van getijden en stromingen over een bepaalde tijdsperiode te laten zien. Dynamische getijdeninformatie Dynamische stromingsinformatie De volgende pictogrammen en symbolen worden gebruikt: Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt foto-overlays in 2D of 3D weergeven. Geen foto-overlay Foto-overlay, alleen land Volledige foto-overlay Fototransparantie Met deze optie stelt u de doorzichtigheid van de foto-overlay in. Met minimale transparantie zijn de kaartdetails vrijwel verborgen door de foto. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 52
Dat betekent dat als de kaart een interval van 5 meter heeft voor contourlijnen, ook de arcering wordt afgerond naar de dichtstbijzijnde beschikbare contourlijn. Geen dieptemarkering Bereik dieptemarkering: 6 tot 12 meter Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Instellingen en weergaveopties die op de pagina Kaartinstellingen worden gekozen, gelden voor alle kaartpanelen. 3D-bootselectie Bepaalt welk pictogram wordt gebruikt op 3D-kaarten. Bootinstellingen De bootinstellingen worden gebruikt bij het berekenen van een automatische route. De diepgang, breedte en hoogte van de boot Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
SonarChart Live gebruikt wanneer de sonar wordt vastgelegd. 2D/3D-kaart synchroniseren Koppelt de positie die op de ene kaart getoond wordt aan de positie op de andere kaart wanneer een 2D- en 3D-kaart naast elkaar getoond worden. Kaarten | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Schakelt de weergave van rasterlijnen voor lengte- en breedtegraad op de kaart in of uit. Kaart verbergen Als de optie is ingesteld op Aan bij het bekijken van een Lowrance- kaart, wordt de kaart (achtergrond) niet weergegeven en worden alleen het vaartuig, verlengingen, waypoints en routes weergegeven tegen een witte achtergrond.
Sonar-beeld is gepositioneerd, heeft naast positie-informatie ook een dieptewaarde. Waypoints worden gebruikt om posities te markeren waarnaar u later mogelijk wilt terugkeren. Twee of meer waypoints kunnen ook worden gecombineerd om een route te creëren. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als u een waypointsymbool selecteert, krijgt het waypoint bij de cursor- of vaartuigpositie het geselecteerde symbool. Deze modus is permanent. De volgende keer dat u een nieuw waypoint maakt, wordt hetzelfde dialoogvenster geopend Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U activeert dit dialoogvenster door het pop-upvenster van de waypoint te selecteren of vanuit het menu als de waypoint geactiveerd is. Dit dialoogvenster is ook toegankelijk vanuit het hulpprogramma voor Waypoints op de Home page. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt de functie gebruiken om een nieuwe route aan te maken of om reeds bestaande routes te wijzigen. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Een route verwijderen U kunt een route verwijderen door de menu-optie Verwijderen te selecteren wanneer de route is geactiveerd. U kunt routes ook verwijderen met behulp van de tool Routes op de Home pagina. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt het dialoogvenster activeren door de trail te activeren en vervolgens de pop-up van de trail of de menu-optie Trail te selecteren. Het dialoogvenster Trails wijzigen is ook toegankelijk door de tool Trails te selecteren op de Home pagina. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Selecteer de gewenste routepunten. De geselecteerde routepunten zijn rood. U kunt maar twee routepunten selecteren. Het systeem negeert eventuele routepunten tussen uw begin- en eindpunt. Selecteer Accepteren om de automatische routebepaling te starten. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 63
Eerste en laatste routepunt Resultaat na automatische routebepaling De optie Selectie is gebruikt voor automatische routebepaling • voor een deel van de route. Twee routepunten zijn geselecteerd Resultaat na automatische routebepaling Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De automatisch volgfunctie kan uitgeschakeld worden in het dialoogvenster Trails . Nieuwe Trails aanmaken U kunt een nieuwe trail starten in het dialoogvenster Trails dat u activeert met behulp van de tool Trails op de Home pagina. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt zelf trailpunten positioneren op basis van tijd of afstand, of automatisch een waypoint door het systeem laten positioneren als er een koerswijziging geregistreerd wordt. Ú Notitie: Ook moet de optie Trails zijn ingeschakeld in de kaartinstellingen om zichtbaar te zijn. Waypoints, routes en trails | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het stuurpaneel kan worden gebruikt om informatie weer te geven tijdens het navigeren. Het paneel wordt geactiveerd vanaf de Home pagina, in volledig scherm of als onderdeel van een pagina met meerdere panelen. Datavelden Vaartuigrichting Peiling naar waypoint Bestemmingspunt Navigeren | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Ga naar cursor in het menu. Ú Notitie: De optie Ga naar cursor is niet beschikbaar als u al aan het navigeren bent. Navigeren van een route U kunt een route navigeren vanuit het kaartpaneel of vanuit het dialoogvenster Route. Navigeren | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Navigatie van een route starten in het dialoogvenster Route U kunt de navigatie starten in het dialoogvenster Route dat u activeert door: De tool Route te selecteren op de Home pagina • • De routedetails te selecteren in het menu Navigeren | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
XTE limiet Met deze instelling bepaalt u hoe ver de boot mag afwijken van de geselecteerde route; als de boot voorbij deze limiet gaat, wordt er een alarm geactiveerd. Navigeren | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Loran instellingen Definieert Loran ketens (GRI) en voorkeursstation voor waypoint invoer, cursorpositie en positiepaneel. De afbeelding toont een cursorpositie venster met Loran positie informatie. Voor meer informatie raadpleegt u de documentatie van uw Loran systeem. Navigeren | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het Sonar-beeld Visbogen Historie-overzicht* Temperatuurgrafiek* Diepte bij cursor Amplitudebereik* Zoom(bereik)-knoppen Waterdiepte en watertemperatuur op cursorlocatie Bereikschaal Bodem * Optionele Sonar-items. Ú Notitie: U kunt de optionele sonaritems individueel in-/ uitschakelen. Zie "Weergaveopties" op pagina 80. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Om de cursor en de cursorelementen van het paneel te verwijderen, selecteert u Cursor wissen of drukt u op de toets X. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Sonar-menu vervangen door functies in de cursormodus. Selecteer Cursor wissen om terug te gaan naar het normale Sonar-menu. Bereik De bereikinstelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het scherm. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 74
Ú Notitie: Als de schuifbalk Gevoeligheid of Kleurlijn wordt weergegeven, wordt deze automatisch geselecteerd en kunnen aanpassingen omhoog/omlaag worden uitgevoerd met de cursortoetsen. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De bron kan de interne Sonar, een ander MFD in het Ethernet- netwerk of een module van Sonar zijn. Raadpleeg de installatiehandleiding van HDS Gen3 voor meer informatie over het definiëren van bronnen. Ú Notitie: Bij gebruik van twee transducers op hetzelfde...
Handmatige modus Handmatige modus is een geavanceerde gebruikersmodus die de digitale dieptecapaciteit beperkt, zodat de unit alleen sonarsignalen verwerkt in het geselecteerde bereik. Hierdoor zal het display soepel blijven scrollen als de bodemdiepte buiten het transducer-bereik Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Bestandsformaat Selecteer een bestandsindeling in de vervolgkeuzelijst: slg (alleen Sonar), xtf (alleen Structure*), sl2 (Sonar en Structure) of sl3 (inclusief StructureScan 3D). Ú Notitie: Het xtf-formaat kan alleen gebruikt worden met bepaalde Sonar-weergavehulpmiddelen van derden. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Als u de optie Uploaden naar Insight Genesis hebt geselecteerd en bent verbonden met een draadloze hotspot, worden uw opgenomen bestanden verzonden naar Insight Genesis, waar u Stop kunt selecteren. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt de modus Nogmaals afspelen afsluiten door op de knop X te drukken of door het symbool X te selecteren in de rechterbovenhoek van het beeld dat nogmaals wordt afgespeeld. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
In deze modus toont de linkerkant van het paneel een beeld waar de bodem vlakker wordt. De bereikschaal wordt veranderd zodat deze vanaf de zeebodem (0) naar boven meet. De bodem en de nullijn worden altijd op het linkerpaneel Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 81
Signaalhoogte instellen Signaalhoogte instellen is een weergave van real-time echo's die op het paneel verschijnen. De sterkte van de feitelijke echo wordt aangegeven door de breedte en kleurintensiteit. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt bovendien aangeven of u een waarschuwing wilt krijgen als er een visaanduiding verschijnt op het paneel. Traditionele visecho's Vissymbolen Vissymbolen en diepte- indicatie Ú Notitie: Niet alle vissymbolen zijn ook echt vissen. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt de Sonar-beelden van deze unit delen met andere units die zijn verbonden met het Ethernet-netwerk. Raadpleeg voor informatie over het instellen van Sonar de aparte Installatiehandleiding van HDS Gen3. Overlay DownScan Wanneer een DownScan-bron is aangesloten op uw systeem, kunt u DownScan-beelden weergeven als overlay op het normale Sonar- beeld.
Selecteer deze optie om het vastleggen van Sonar-gegevens te starten of te stoppen. Raadpleeg voor meer informatie "Opname van loggegevens starten" op pagina 77. Deze optie is ook beschikbaar onder de optie Geavanceerd in het Sonar-menu. Sonar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Wordt gebruikt om te definiëren welke Sonar-bronnen beschikbaar zijn om te selecteren in de menu-optie Bron. Raadpleeg voor informatie over het definiëren van bronnen de afzonderlijke installatiehandleiding van HDS Gen3. Voor informatie over het selecteren van de bron raadpleegt u "Bron" op pagina 75. Sonar...
StructureScan 3D raadpleegt u de afzonderlijke documentatie van StructureScan 3D. Het StructureScan beeld De weergave Het paneel StructureScan kan worden ingesteld als DownScan- beeld of als links/rechts-scanner. Het DownScan-beeld kan ook worden toegevoegd als overlay over het traditionele Sonar-beeld. StructureScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als u de cursor op het beeld plaatst, pauzeert het scherm, wordt de diepte op de cursorpositie getoond en worden het cursorinformatievenster en de historiebalk geactiveerd. Op een DownScan-beeld wordt de diepte op de cursorpositie getoond. StructureScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
In een SideScan-weergave kunt u het beeld pannen om de zijden en historie te bekijken, door het beeld naar links, rechts en omhoog te slepen. Om terug te gaan naar normaal StructureScan scrollen, selecteert u Cursor wissen of drukt u op de knop X. StructureScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Om de instelling voor contrast aan te passen: Selecteer het pictogram Contrastpictogram of activeer de optie Contrast in het menu om de kleuraanpassingsbalk weer te geven Sleep de balk omhoog of omlaag om de gewenste contrastinstelling te selecteren, of kies Auto contrast. StructureScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Standaard staat Ruisonderdrukking aan ten behoeve van optimale echo's en duidelijkheid. Het StructureScan-beeld naar links/rechts omkeren Indien nodig kunnen de links/rechts-beelden van StructureScan worden omgekeerd zodat ze overeenkomen met richting van de transducerinstallatie. StructureScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Standaard wordt het sonar historie voorbeeld weergegeven als de cursor actief is. StructureScan-gegevens opnemen U kunt StructureScan-gegevens opnemen en het bestand intern opslaan in de unit of op een geheugenkaart, zoals beschreven in "Opname van sonargegevens starten" op pagina 77. StructureScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De SpotlightScan transducer werkt met de meeste MotorGuide en Minn Kota kabelbestuurde trollingmotoren. De scansnelheid wordt geregeld door de draaisnelheid van de trollingmotor die met het pedaal wordt geregeld. Het SpotlightScan beeld Waterkolom SpotlightScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Selecteer de Structuur applicatie op de Home pagina. Selecteer de menuoptie Bekijken. Selecteer de menuoptie Spotlight. U kunt pagina's met meerdere panelen instellen om SpotlightScan, breedband fishfinder en DownScan beelden tegelijkertijd te bekijken. U kunt SpotlightScan en SideScan beelden niet tegelijkertijd bekijken. SpotlightScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Geavanceerde SpotlightScan instellingen Oppervlak helderheid Golven, kielzog en temperatuurinversies kunnen dicht bij het oppervlak ruis op het scherm veroorzaken. Met de optie Oppervlak helderheid kunt u de hoeveelheid ruis verminderen, door de SpotlightScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 95
Fishfinder loggen U kunt fishfinder data loggen en het bestand intern in de HDS Gen3 opslaan, of op een microSD kaart, zoals beschreven in "Fishfinder data opnemen" op pagina 77.
Laat de trollingmotor met een langzame, constante snelheid draaien om de beste resultaten te bereiken. • Door het bereik kleiner te maken, wordt de waterkolom groter, wat het beste zicht geeft op visactiviteit onder de boot. SpotlightScan | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Toetsbediening: zoom de kaart en het gescande beeld met behulp van de toetsen +/-. Als u de optie Cursor wissen selecteert, wordt de cursor van het paneel verwijderd en wordt het vaartuig in het midden van de kaart gepositioneerd. StructureMap | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als u het zoekbereik vergroot, wordt de pingsnelheid van de StructureScan transducer verlaagd, maar worden de breedte en lengte van de beeldhistorie verhoogd. Ú Notitie: In Live-modus worden geen gegevens opgeslagen. Als de unit wordt uitgeschakeld, worden alle recente gegevens gewist. StructureMap | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De opname van StructureScan-gegevens kan ook gestart worden vanaf een StructureScan-paneel. Wanneer StructureScan-gegevens worden opgenomen, knippert er een rood symbool en verschijnt er regelmatig een bericht onder in het scherm. StructureMap | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Gebruik van StructureMap met cartografie kaarten StructureMap biedt de mogelijkheid alle kaartfuncties te benutten en kan worden gebruikt met interne cartografie en Navionics, Insight en cartografie van andere merken die compatibel is met het systeem. StructureMap | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Waterkolom Toont/verbergt de waterkolom in de Live-modus. Indien uitgeschakeld, zijn scholen aasvissen mogelijk niet zichtbaar op het SideScan-beeld. Indien ingeschakeld, kan de nauwkeurigheid van het SideScan- beeld op de kaart beïnvloed worden door de waterdiepte. StructureMap | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Live historie wissen Hiermee worden de bestaande live historiegegevens van het scherm gewist en worden alleen de meest recent gegevens getoond. Loggegevens Sonar Records StructureScan gegevens. Bron Selecteert de StructureMap-bron. StructureMap | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U kunt ook limieten voor de analoge meters instellen. Alle bewerkingsopties zijn beschikbaar in het Infopaneelmenu. Beschikbare bewerkingsopties zijn afhankelijk van de gegevensbronnen die op het systeem aangesloten zijn. Info panelen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 104
Selecteer de informatie die moet worden weergegeven, configureer limieten,, en verander eventueel de bron van de informatie Sla de wijzigingen op door Opslaan te kiezen in het menu Info panelen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Het video paneel instellen Video bron HDS Gen3 ondersteunt één video ingang. Video standaard HDS Gen3 ondersteunt NTSC en PAL video. Controleer de lokale video standaard of die van uw camera's. Het videobeeld instellen U kunt het videobeeld optimaliseren door de beeldinstellingen aan te passen.
Anders worden GPS-gegevens, waaronder snelheid en koers, opgehaald uit het geselecteerde bronbestand. Startpositie instellen Hiermee verplaatst u het vaartuig naar de huidige cursorpositie. Ú Notitie: Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de GPS-bron is ingesteld op Gesimuleerde koers. Simulator | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 108
Simulator | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Stuurautomaat trollingmotor Als een MotorGuide Xi5 trollingmotor met Pinpoint GPS is verbonden met het netwerk, is de SmartSteer (stuurautomaat) functionaliteit beschikbaar op uw HDS Gen3. Om de stuurautomaatfunctionaliteit van de trollingmotor te gebruiken hebt u het volgende nodig: • MotorGuide Xi5 trollingmotor met Pinpoint GPS (verkrijgbaar bij MotorGuide) •...
De stuurautomaatcontroller kan ook worden geïnstalleerd als paneel op een pagina met meerdere panelen door een favorietenpagina te maken met de pagina-editor. Raadpleeg de "Nieuwe favoriete pagina's toevoegen" op pagina 34 voor meer informatie over favorietenpagina's. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Waypoint • Als uw vaartuig op een geselecteerd waypoint aankomt, wordt ankermodus ingeschakeld. Cursor • Als uw vaartuig de cursorpositie bereikt, wordt ankermodus ingeschakeld. Hier • Hierdoor wordt ankermodus ingeschakeld op uw huidige locatie. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Wanneer u een wendstraal kleiner dan de GPS precisie selecteert, kan dat leiden tot onvolledige navigatie van het wendpatroon. U-bocht (U-turn) Verandert de huidige set post 180° in de tegenovergestelde richting. C-vormige (C-turn) Stuurt de ketel in een C-vormige patroon. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als u de bestemming hebt bereikt, wordt de stuurautomaat geschakeld in de Aankomstmodus. Zie "Stuurautomaat instellen" op pagina 115. Snelheidsregeling trollingmotor In een navigatiemodus (koersvergrendeling, navigatiemodus of wendpatroonbesturing) kunt u de snelheid op twee manieren regelen: Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Selecteer Spoor opslaan om de eindpositie voor het spoor te selecteren. Het dialoogvenster voor het wijzigen van het spoor verschijnt. Selecteer Route aanmaken. Het dialoogvenster Route wijzigen verschijnt. Voer de gegevens voor de route in en sla hem op. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Actieve stuurautomaat selecteren Hiermee selecteert u of de stuurautomaatcontroller de trollingmotor of de buitenboordmotor(en) bedient. Stuurautomaat balk auto-verbergen Bepaalt of de stuurautomaat informatiebalk wordt weergegeven wanneer de stuurautomaat in Standby modus is. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Ankert de boot op de huidige bestemming. Ú Notitie: Wij adviseren op open water alleen koers vastzetten te gebruiken. Ankerpunten instellen Ankerpunten kunnen worden opgeslagen als nieuwe waypoints of worden ingesteld op uw huidige coördinaten. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 117
Ankerpunten worden gesynchroniseerd met de Xi5 trollingmotor. Als in de motor ankerpunten zijn opgeslagen, worden deze weergegeven in de ankerpuntenlijst. Stuurautomaat trollingmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Stuurautomaat buitenboordmotor Met de Lowrance SmartSteer interface (stuurautomaatcontroller) kunt u de buitenboordmotor bedienen. De stuurautomaat voor de buitenboordmotor kan een vaste voorliggende koers volgen naar een waypoint of langs een route. Voor gebruik van de stuurautomaatfunctie voor buitenboordmotoren hebt u het volgende nodig: •...
Ú Notitie: Sterke wind en stroming kunnen invloed hebben op de besturing van het vaartuig in de modus AUTO. Hoewel de stuurautomaat elke koerswijziging compenseert, kan de koers Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 120
U begint de draai door het relevante draaipictogram te selecteren. Vervolgens selecteert u de bakboord- of stuurboordopties in het dialoogvensterDraaiom de draairichting te selecteren. Stoppen van de draai U kunt de draai stoppen in het dialoogvenster Draai. Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Tijdens de draai kunt u de hoofdvaarrichting, de wijziging van de vaarrichting en de etappeafstand wijzigen. Vierkant Hiermee maakt het vaartuig na het afleggen van een bepaalde etappeafstand automatisch een draai van 90°. Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 122
Activeer de modus AUTO, selecteer DCT en volg de diepte- indicatie. Selecteer Bakboord of Stuurboord in het dialoogvenster Draai om DCT te starten en de helling op de bodem aan stuurboordzijde of bakboordzijde te volgen: Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De Koersmodus combineert de voorliggende koersgegevens van het stuurkompas en de positiegegevens van de GPS. In deze modus wordt de boot langs een berekende tracklijn in een door de gebruiker ingestelde vaarrichting gestuurd. Als het vaartuig van de Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 124
Als de vereiste koerswijziging naar het volgende waypoint kleiner is dan 30°, wijzigt de stuurautomaat de koers automatisch. Als de vereiste Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 125
Onderstaande illustratie kan worden gebruikt om bij het aanmaken van de route de juiste waypoint-cirkel te kiezen. Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Accepteer de vereiste koerswijziging om de modus NAV te activeren. - Als de koerswijziging niet binnen 8 seconden wordt geaccepteerd, dan verdwijnt het dialoogvenster en blijft de stuurautomaat in de huidige actieve modus. Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Vanuit de modus Standby kunt u de actieve route later opnieuw starten. Overslaan Hiermee wordt het actieve waypoint overgeslagen en wordt naar het volgende waypoint gestuurd tijdens het navigeren van een route. Stuurautomaat instellen Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Een hoog responsniveau verhoogt de roeractiviteit en geeft een wat stevigere sturing. Bij een te hoog responsniveau zal de boot S-vormige bewegingen gaan maken. Stuurautomaat buitenboordmotor | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Systeem regelingen en selecteert u Niet verbonden. Hiermee wordt het dialoogvenster Draadloze apparaten geopend. Selecteer in dit dialoogvenster de gewenste hotspot selecteren, voer de aanmeldingsgegevens in en selecteer Verbinden. Als u een verbinding met een draadloze hotspot tot stand brengt, verandert Draadloze verbinding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
(in de modus Toegangspunt). Ú Notitie: Om veiligheidsredenen kunnen de stuurautomaat- en CZone-functies niet vanaf een draadloos apparaat worden bediend. Draadloze verbinding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Installeer de GoFree-app op de smartphone voor u deze procedure volgt. Zet de interne draadloze module in de modus Toegangspunt. Selecteer de pagina Draadloze apparaten in het dialoogvenster Draadloos en selecteer de interne draadloze Draadloze verbinding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: U kunt opgenomen logbestanden ook uploaden naar Insight Genesis als u Uploaden naar Insight Genesis hebt opgegeven in het dialoogvenster Log sonar. Raadpleeg voor meer informatie "Opname van loggegevens starten" op pagina 77. Draadloze verbinding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Bluetooth draadloze technologie De HDS Gen3 heeft Bluetooth draadloze technologie ingebouwd. Om de HDS Gen3 met Bluetooth-apparaten te verbinden, moet u ze koppelen. Bluetooth-apparaten koppelen U kunt de unit als volgt koppelen met een Bluetooth-apparaat: Schakel het Bluetooth-apparaat in dat Bluetooth-signalen kan verzenden en ontvangen.
Selecteer Koppelen om de HDS Gen3 te koppelen met het apparaat. Herhaal deze stappen voor elk apparaat dat u wilt koppelen met de HDS Gen3. Koppelen met dubbele Power-Poles Als dual Power-Poles zijn geïnstalleerd op uw boot, degene die is gekoppeld eerste automatisch Poort en de tweede ligt aan stuurboord in de Power-Pole regelt.
Start de hulpmiddelen Iperf en DHCP Probe voor het opsporen van fouten en het instellen van het draadloze netwerk. Ú Notitie: Iperf en DHCP Probe zijn hulpmiddelen voor diagnostische doeleinden, bedoeld voor gebruikers die bekend zijn met de terminologie en configuratie van netwerken. Navico Draadloze verbinding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Bluetooth Kan de ingebouwde draadloze Bluetooth-functionaliteit. Bluetooth-apparaten Geeft de lijst met Bluetooth-apparaten. Gebruik de Bluetooth Device List dialoog te koppelen of verwijder koppelen met Bluetooth-apparaten. Draadloze verbinding | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Raadpleeg voor meer informatie, "Kaartoverlay" op pagina Ú Notitie: Voor een radaroverlay zijn gegevens nodig van een vaarrichtingssensor of een kompas, voor een juiste oriëntatie op de kaart. Het radarpaneel Oriëntatie Bereik Vaarrichtingslijn* Cursor Kompas* Cursorpositievenster Afstandsringen* Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De operationele modi van de radar worden geregeld door de HDS Gen3-unit. De volgende modi zijn beschikbaar: De voeding voor de radarscanner is uitgeschakeld. Standby De spanning naar de radarscanner is aan, maar de radar zendt niet. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als GAIN of SEA = MANUAL, staat de modus Directionele echo- onderdrukking UIT (niet-directioneel). Daarnaast zijn de curve-instellingen CALM, MODERATE of ROUGH STC beschikbaar in het menu Radaropties om het radarbeeld nog beter naar uw wensen te optimaliseren. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 140
Rain clutter Rain clutter wordt gebruikt om de effecten van regen, sneeuw of andere weersomstandigheden op het radarbeeld te verminderen. Deze waarde moet niet te hoog worden gezet, omdat echte doelen dan mogelijk ook worden uitgefilterd. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De standaardwaarde is 30% voor minder ruis op het scherm. Als UIT is geselecteerd, is het bereik van de HDS Gen3 ongeveer gelijk aan dat van 3G-radar. In sommige gebieden met ongewoon veel interferentie levert UIT mogelijk het beste radarbeeld op.
Als er doel sporen op het paneel worden weergegeven, wordt het radar menu uitgebreid met een optie waarmee u de doel sporen op het paneel tijdelijk kunt wissen. De sporen beginnen daarna weer te verschijnen, tenzij u ze uitschakelt zoals hierboven beschreven. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Radarbeweging wordt linksboven op het radarpaneel aangegeven als TM (True motion - Ware beweging) of RM (Relative motion - Relatieve beweging). De radarpositie kan alleen veranderd worden als de radar aan het zenden is. Look ahead Centrum Aangepaste offset Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Op het radarbeeld kunnen twee verschillende EBL/ VRM's geplaatst worden. De EBL/VRM's worden standaard gepositioneerd vanuit het midden van het vaartuig. Het is echter mogelijk het referentiepunt te verschuiven naar een andere geselecteerde positie op het radarbeeld. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Plaats de cursor op het radar paneel om de offset positie in te stellen. Selecteer de optie opslaan in het menu om de instellingen op te slaan. U kunt het midden van de EBL/VRM op de positie van de boot zetten via het menu. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
- D: Breedte Selecteer de optie Opslaan in het menu op uw instellingen op te slaan. Na plaatsing kunt u de bewakingszones in-/uitschakelen doorde relevante sectie op de databalk te selecteren. Vorm: sector Vorm: cirkel Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
10 volledige rotaties van de scanner. Volgen van MARPA-doel, niet bewegend of voor anker. Volgen van een veilig MARPA-doel met extensielijnen. Gevaarlijk MARPA-doel Een doel wordt als gevaarlijk gezien wanneer het de bewakingszone binnengaat die op het radarpaneel is aangegeven. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Doel annuleren te selecteren in het menu. MARPA-doelinformatie weergeven Er kan gedetailleerde informatie over MARPA-doelen worden getoond. Selecteer het gewenste doel en selecteer vervolgens de doelpop-up of selecteer Doel details in het menu. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
"Radarinstellingen" op pagina 150. Radargegevens opnemen U kunt radargegevens opnemen en het bestand intern opslaan in de HDS Gen3-unit of op een geheugenkaart die in kaartlezer van de unit is geplaatst. Een opgenomen radarbestand kan gebruikt worden om een voorval of een operationele fout te documenteren.
AIS-doelen, zelfs als de AIS-doelen dichter bij uw vaartuig liggen. MARPA-instellingen U kunt de lengte van het MARPA-spoor definiëren. Dit maakt het makkelijker om de beweging van het doel te volgen. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 151
159. Als een vaartuig uw veilige zone binnengaat, gaat er een alarm af. Installatie De optie Installatie wordt gebruikt voor de radarinstallatie. Dit wordt in de afzonderlijke radar- of HDS Gen3-installatiehandleiding beschreven. Radar | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Slapend AIS-doel (niet bewegend of voor anker). Bewegend en veilig AIS-doel met koersverlengingslijn. Gevaarlijk AIS-doel, aangegeven met vette lijn. Een doel wordt gedefinieerd als gevaarlijk op basis van de CPA- en TCPA-afstandsinstellingen. Raadpleeg "Gevaarlijke vaartuigen definiëren" op pagina 159. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als de cursor niet actief is, zoekt het systeem naar vaartuigen nabij de positie van uw vaartuig. Ú Notitie: U dient een abonnement op een SIRIUS-datapakket te hebben om tankstations te kunnen zoeken. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als het systeem over een VHF-radio beschikt die DSC-oproepen (Digital Select Calling) via NMEA 2000 ondersteunt, kunt u een DSC- oproep naar andere vaartuigen plaatsen vanaf de HDS Gen3. De oproepoptie is beschikbaar in het dialoogvenster AIS Vaartuig Details en in het statusdialoogvenster Vaartuig die u op het paneel Tools kunt activeren.
Wanneer gegevens worden ontvangen van een AIS SART wordt een alarmbericht getoond. Dit bericht bevat het unieke MMSI-nummer van de AIS SART, en de positie, afstand en vaarrichting van de AIS SART ten opzichte van uw vaartuig. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 156
AIS SART nog 10 minuten nadat het laatste signaal is ontvangen in de lijst met vaartuigen staan. Als u het AIS SART-pictogram op het kaartpaneel selecteert, kunt u de details van de AIS MOB zien. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De CPA en TCPA bepalen wanneer een vaartuig gevaarlijk is, ongeacht de geactiveerde/gedeactiveerde status. Vaartuigbericht Bepaalt of er een alarm wordt geactiveerd als er een bericht wordt ontvangen van een AIS-doel. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Alle doelen worden standaard weergegeven op het paneel als er een AIS-apparaat op het systeem is aangesloten. U kunt ervoor kiezen om geen enkel doel te tonen, of om de symbolen te filteren op basis van veiligheidsinstellingen, afstand en vaartuigsnelheid. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Definiëren van gevaarlijke vaartuigen U kunt een onzichtbare bewakingszone rond uw vaartuig definiëren. Wanneer een doel binnen de ingestelde limieten komt, verandert het symbool in het symbool Gevaarlijk doel. Indien geactiveerd in het alarmpaneel, gaat er een alarm af. | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als een SonicHub- server, een FUSION Marine Entertainment System of NMEA 2000-audiosysteem is verbonden met het NMEA 2000- netwerk, kunt u HDS Gen3 gebruiken om het audiosysteem op uw vaartuig te bedienen en aan te passen. Als u bent verbonden met een WM-3-satellietmodule met een actief abonnement, kunt u SiriusXM-producten op uw systeem gebruiken.
Een SonicHub 2 verbonden met het NMEA 2000-netwerk wordt ondersteund. Apparaatinformatie SonicHub 2 Open het dialoogvenster Netwerkinstellingen en selecteer het apparaat SonicHub 2 in de lijst met apparaten. Hiermee wordt het dialoogvenster SonicHub 2 0 - Device Information geopend. Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 162
Bluetooth-audioapparaten. Om de SonicHub 2 te koppelen aan een Bluetooth-apparaat, selecteert u de optie Bluetooth-apparaten. Kies het Bluetooth- apparaat dat u wilt koppelen in de lijst met beschikbare apparaten en selecteer vervolgens Pair. Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 163
Disconnect. Om de verbinding met een gekoppeld apparaat tot stand te brengen, selecteert u het gekoppelde apparaat in de lijst met apparaten en selecteert u vervolgens Connect. Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Selecteer de mediabalk om de applicatiemenu’s te vervangen door audiomenu’s. Mediabalk Audiobron Track-, bestands- of stationsgegevens Repeat - alleen weergegeven als Repeat is ingeschakeld Shuffle - alleen weergegeven als Shuffle is ingeschakeld Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Master volumeregeling Standaard wordt het volume voor alle luidsprekerzones aangepast wanneer u het master volume instelt. Audio bedieningselementen Gebruik het menu om het afspelen te regelen. De menuopties verschillen afhankelijk van het actieve audio apparaat. Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Hoofdregeling aan of uit te • zetten. Welke Mixer opties beschikbaar zijn, varieert afhankelijk van het geactiveerde audio apparaat. Het volgende is een voorbeeld van de USB-bron mixer optie voor Alle zones: Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
AUX en AUX 2 (gelabeld als AUX en SAT IN op de SonicHub) kunnen worden gebruikt voor het aansluiten van radio en andere externe audiobronnen die geschikt zijn voor RCA aansluitingen. De radio kan worden bediend wanneer er een Lowrance weermodule op SAT IN aangesloten is. Voor andere audiobronnen is alleen volumeregeling beschikbaar.
Alle favoriete zenders kunnen worden bekeken, geselecteerd en verwijderd via het dialoogvenster Favorieten. Sirius radio (alleen Noord-Amerika) Kanalenlijst De kanalenlijst toont alle beschikbare Sirius kanalen, ongeacht of u een abonnement voor die kanalen hebt. Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Plaats een DVD in het apparaat. Open de Home pagina en selecteer de Video pagina. Activeer het Audio paneel en selecteer DVD als bron in het menu. Selecteer de menuoptie Regeling. Gebruik de menuopties om het afspelen te regelen. Audio | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
3/3 (voorkeur). Het toont ook de antenne status, het serviceniveau en het elektronische serienummer van de weermodule. Sirius-weerdisplay Het Sirius-weerdisplay kan als overlay op uw kaartpaneel worden weergegeven. Als de weer-overlay geselecteerd is, wordt het kaartmenu uitgebreid met de beschikbare weeropties. SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
De windsnelheid wordt aangegeven door een combinatie van korte en lange strepen aan het eind van de windbalk. Nul knopen / Onbepaalde windrichting Korte windveer = 5 knopen Lange windveer = 10 knopen SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Hoe donkerder de kleur, hoe hoger de intensiteit. Regen Van lichtgroen (lichte regen) - geel - oranje - tot donkerrood (zware regen) Sneeuw Blauw Gemengd Roze Zeewater oppervlakte temperatuur (SST) U kunt de zeewater oppervlakte temperatuur als gekleurde arcering of tekst weergeven. SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Hiermee schakelt u Echotop in/uit. Met echotops worden de toppen van stormen aangegeven. Het kleurenpalet is hetzelfde als dat wordt gebruikt voor Neerslag. Echotoppen kunnen niet gelijktijdig met neerslag of wolktoppen worden weergegeven. Ú Notitie: Deze functie is alleen beschikbaar voor bepaalde SiriusXM-abonnementen. SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Druk op de menu-optie Lokaal weer om het dialoogvenster Lokaal weer te openen. In dit dialoogvenster worden de weersvoorspelling en weerswaarschuwingen voor dit gebied weergegeven. Selecteer een tab voor een tijdsperiode om de voorspelling hiervoor weer te geven. SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
U wordt dan geïnformeerd over weerswaarschuwingen in die zone. Tropische berichten U kunt Tropische berichten lezen, die informatie bevatten over tropische weersomstandigheden. Deze berichten zijn beschikbaar voor de gehele Atlantische oceaan en de oostelijke Stille oceaan. SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Golven lager dan de minimumwaarde hebben geen kleurcodering. Sirius weer animaties De HDS Gen3 legt de weerinformatie vast die u hebt ingeschakeld en deze informatie kan worden gebruikt voor animaties van weer in het verleden of de toekomst. Hoeveel informatie in het systeem beschikbaar is, hangt af van de hoeveelheid weeractiviteit.
Pagina 177
SiriusXM-weer | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Actieve alarmen Lijst van actieve alarmen. Alarm historie Lijst van alle alarmen met tijdmarkering. Alarm instellingen Lijst van alle beschikbare alarm opties in het systeem, met huidige instellingen. Instellingen Biedt toegang tot applicatie- en systeeminstellingen. Tools | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Referentievlak De meeste papieren kaarten worden gemaakt in het WGS84- formaat, dat ook door HDS Gen3 gebruikt wordt. Als uw papieren kaarten een ander formaat hebben, kunt u de instellingen voor het referentievlak zo wijzigen dat deze overeenkomen met uw papieren kaarten.
Service Assistant. Raadpleeg "Network Analyzer en Service Assistant" op pagina 189. Navigatie Voorziet in opties en dialoogvensters waarin u instellingen kunt opgeven voor uw navigatie, zoals aankomstradius, XTE-limiet, XTE- alarm, Trails en registratietype. Raadpleeg "Navigatie-instellingen" op pagina 69. Tools | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 181
Eenheden voor verschillende soorten data instellen. Draadloos Biedt dialoogvensters waarin u afstandsbedieningen kunt instellen, draadloze apparaten kunt bekijken en geavanceerde instellingen kunt aanpassen. Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van dit paneel "Draadloze instellingen" op pagina 134. Tools | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Trip calculator Trip 1 / Trip 2 Toont reis- en motorinformatie, met een optie om alle datavelden te resetten. Tools | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als een nieuwe update beschikbaar is, kunt u deze downloaden naar een kaartlezer. U kunt het downloaden ook tot een later moment uitstellen. Tools | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als er meer dan één alarm tegelijk wordt geactiveerd, toont de alarmmelding een overzicht van maximaal 3 alarmen. De alarmen staan op volgorde van gebeurtenis, met bovenaan het alarm dat het eerst geactiveerd is. De overige alarmen staan in het dialoogvenster Alarmen. Alarmen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Dialoogvenster Alarmen Alle alarmen worden ingesteld in het dialoogvenster Alarmen. Het dialoogvenster Alarmen kan ook worden geactiveerd vanuit het paneel Tools. Dit dialoogvenster bevat informatie over actieve alarmen en de alarmgeschiedenis. Alarmen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 186
Alarmen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als de kalibratie is voltooid, keert de unit terug naar het applicatiescherm. NMEA gegevensregistratie Alle seriële output sentences die via de NMEA TCP-verbinding worden gestuurd, worden opgeslagen in een intern bestand. U kunt dit bestand exporteren en lezen ten behoeve van onderhoudswerk en probleemoplossing. Onderhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Zorg dat u eerst een back-up maakt van mogelijk waardevolle gebruikersgegevens voordat u een update op de unit uitvoert. Zie "Back-up maken van uw systeemgegevens" op pagina 190. Het systeem of de Network Analyzer en Service Assistant kunnen advies geven over beschikbare software-updates. Onderhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: Schakel het MFD of het apparaat niet uit tot de update is voltooid of tot u wordt gevraagd de unit of het apparaat opnieuw op te starten. Onderhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Als uw MFD is verbonden met internet, kunt u de software- update vanuit het dialoogvenster Updates downloaden naar een geheugenkaart. U kunt de software-update ook vanaf www.lowrance.com downloaden naar een geheugenkaart die is geplaatst in een smart apparaat of een pc die verbonden is met internet.
Gebruikersgegevensbestand 2 (zonder diepte) • Kan gebruikt worden bij de overdracht van gebruikersgegevens van het ene systeem naar een verouderd product (Lowrance LMS, LCX) GPX (GPS Exchange, zonder diepte) • Dit is het meest gebruikte formaat op het web en wordt wereldwijd door de meeste GPS-systemen gebruikt.
Ethernet-netwerk met elkaar te kunnen synchroniseren. Als u talloze verwijderde, niet-gewiste waypoints hebt, kunt u de systeemprestaties verbeteren door deze te wissen. Ú Notitie: Gebruikersgegevens die uit het geheugen zijn gewist, kunnen niet meer hersteld worden. Onderhoud | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Blader door een lijst met beschikbare opties zonder een van de opties te activeren. Veeg om snel door een lijst te scrollen, bijvoorbeeld door de lijst met waypoints. Tik op het scherm om te stoppen met scrollen. Bediening van het touchscreen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 194
Pan om een kaart of Sonar-beeld op het paneel te positioneren. Knijp om uit te zoomen op de kaart of op een beeld. Spreid om in te zoomen op de kaart of op een beeld. Bediening van het touchscreen | HDS Gen3 Gebruikershandleiding...
Pagina 195
Index Bedieningselementen 165 DVD video 169 Aankomst Het audio systeem modus 116 instellen 165 Aankomst modus Master Stuurautomaat 111 volumeregeling 165 Aankomst radius 69 Mixer 166 Achtergrond Home Opties 166 pagina 32 Radio 167 Actief paneel 28 Radio favorieten 168 AIS 152 Server selecteren 160 Doelinformatie...
Pagina 196
Bestanden naar een kaart, Apparaatdetails 135 kopiëren 183 Verbinden Bestanden weergeven 183 smartphone 131 Bestanden, beheer 183 Verbinden tablet 131 Bestanden Draadloze hotspot Weergave 183 Verbinding tot stand Bluetooth brengen en verbreken 129 Apparaten koppelen 133 DVD video 169 Draadloze technologie 133 Inschakelen Bodemvergrendeling 80 Easy Routing 62...