Inhoudsopgave
Advertenties
➢ Opening in CV kalibratie – Wanneer deze functie is ingeschakeld, begint de klep zijn kalibratie vanaf de
openingsfase. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het ventieltype is ingesteld als CV-ventiel.
➢ Vloerverwarming - zomer - Deze functie is alleen zichtbaar na selectie van het ventieltype als vloerklep. Wanneer
deze functie is ingeschakeld, werkt de vloerklep in de zomerstand.–
➢ Weercontrole - Om de weerfunctie actief te maken, moet u de externe sensor plaatsen op een niet geïsoleerde
plaats, een plaats die niet is blootgesteld aan atmosferische invloeden. Nadat u de sensor hebt geïnstalleerd en
aangesloten, schakelt u de functie Weercontrole in het menu van de regelaar in.
LET OP
Deze instelling is niet beschikbaar in de modi Koelen en Retourbeveiliging
Verwarmingscurve - dit is de curve volgens welke de ingestelde temperatuur van de regelaar wordt
bepaald op basis van de buitentemperatuur. Voor een goede werking van de klep wordt de ingestelde
temperatuur (stroomafwaarts van de klep) ingesteld voor vier tussenliggende buitentemperaturen: -
20°C, -10°C, 0°C en 10°C.
➢ Ruimte regelaar
•
Type regelaar
→ Regeling zonder ruimteregelaar - Deze optie moet worden aangevinkt wanneer we niet willen dat de ruimteregelaar
de werking van de klep beïnvloedt.
→ RS regelaar - verlaging - controleer deze optie als de klep moet worden geregeld door een ruimteregelaar die is
uitgerust met RS communicatie. Wanneer deze functie is aangevinkt, zal de regelaar werken volgens de parameter
Lagere kamertemperatuur.
→ RS regelaar - aandeel - Wanneer deze regelaar is ingeschakeld, kunnen de huidige ketel- en kleptemperaturen worden
bekeken. Als deze functie is aangevinkt, zal de regelaar werken volgens de parameters Kamertemperatuurverschil en
Richttemperatuurverandering.
→ Standaard ruimteregelaar - deze optie wordt aangevinkt als de klep moet worden aangestuurd door een
tweestatenregelaar (niet uitgerust met RS-communicatie). Wanneer deze functie is aangevinkt, zal de regelaar werken
volgens de parameter
→ Kamerregelaar temperatuur lager - Wanneer deze functie is aangevinkt, zal de regelaar werken volgens de parameter
Kamerregelaar temperatuur lager.
→ Ruimteregelaar - deze optie is ingeschakeld als de klep moet worden aangestuurd door een tweestandenregelaar
(niet uitgerust met RS-communicatie). Wanneer deze functie is aangevinkt, zal de regelaar werken volgens de
parameter Kamerregelaar temperatuur lager.
•
Ruimteregelaar temp. lager - Stel in deze instelling de waarde in waarmee de klep zijn ingestelde
temperatuur zal verlagen zodra de in de kamerregelaar ingestelde temperatuur is bereikt
(kamerverwarming).
LET OP
Deze parameter is van toepassing op de verlagingsfuncties Standaard kamerregelaar en RS-regelaar.
•
Kamertemperatuurverschil - Deze instelling bepaalt de eenheidsverandering in de huidige
kamertemperatuur (tot op 0,1°C nauwkeurig) waarbij een specifieke verandering in de ingestelde
temperatuur van de klep zal optreden.
•
Ingestelde temperatuur wijzigen - Deze instelling bepaalt hoeveel graden de kleptemperatuur zal stijgen
of dalen bij een verandering van de kamertemperatuur per eenheid (zie: Kamertemperatuurverschil).
Deze functie is alleen actief met de RS Room Controller en is nauw verbonden met de parameter
Kamertemperatuurverschil.
Advertenties
Inhoudsopgave
