•
Bescherming - Wanneer deze functie is geselecteerd, controleert de regelaar de temperatuur. Als de
ingestelde temperatuur wordt overschreden met het aantal graden in de parameter Bereik, dan worden
alle actuators in een bepaalde zone gesloten (0% opening). Deze functie werkt alleen als de SIGMA-functie
is ingeschakeld.
➢ Actuator 1-6 - optie stelt de gebruiker in staat een draadloze actuator te registreren. Selecteer hiervoor
en druk kort op de communicatieknop van de actuator. Na succesvolle registratie verschijnt een extra
informatiefunctie, waar de gebruiker de actuatorparameters kan bekijken, bijv. batterijstatus, bereik, enz. Het is
ook mogelijk om één of alle actuatoren tegelijk te wissen.
4.1.7.
RAAMSENSOREN
➢ Instellingen
•
Aan - de functie maakt de activering van raamsensoren in een bepaalde zone mogelijk (registratie van
raamsensoren vereist).
•
Vertragingstijd - met deze functie kunt u de vertragingstijd instellen. Na de ingestelde vertragingstijd
reageert de hoofdregelaar op het openen van het raam en blokkeert de verwarming of koeling in de
betreffende zone.
Voorbeeld: De vertragingstijd is ingesteld op 10 minuten. Zodra het raam is geopend, stuurt de sensor informatie
over het openen van het raam naar de hoofdbesturing. De sensor bevestigt van tijd tot tijd de huidige status van het
raam. Als na de vertragingstijd (10 minuten) het raam open blijft, zal de hoofdregelaar de actuators sluiten en de
oververhitting van de zone uitschakelen.
LET OP
Als de vertragingstijd op 0 wordt ingesteld, wordt het signaal aan de aandrijvingen om te sluiten onmiddellijk
doorgegeven.
➢ Draadloos - optie om raamsensoren te registreren (1-6 stuks per zone). Selecteer hiervoor
op de communicatieknop op de sensor. Na succesvolle registratie verschijnt een extra informatiefunctie, waar de
gebruiker de sensorparameters kan bekijken, bijv. batterijstatus, bereik, enz. Het is ook mogelijk een bepaalde
sensor of alle tegelijk te verwijderen.
4.1.8.
VLOERVERWARMING
➢ Vloersensor
•
Sensor selectie - Met deze functie kunt u vloersensoren inschakelen (bedraad) of registreren (draadloos). In het
geval van een draadloze sensor registreert u deze door aanvullend op de communicatieknop op de sensor te
drukken.
•
Hysteresis - voegt een tolerantie toe voor de ruimtetemperatuur in het bereik van 0,1 ÷ 5°C, waarbij de extra
verwarming/koeling wordt ingeschakeld.
Voorbeeld:
De maximale vloertemperatuur is 45°C
Hysteresis is 2°C
Register
Registreren
en druk kort