WAARSCHUWING
Voor een veilig gebruik—
• Voer altijd eerst de handelingen voor het starten uit alvorens de
motor te starten (zie pagina 9). Hierdoor kunnen ongelukken en
beschadiging worden voorkomen.
• Pomp om veiligheidsredenen geen brandbare of agressieve
vloeistoffen, zoals benzine of zuren op. Gebruik de pomp om corrosie
te voorkomen ook niet voor zeewater, chemische oplossingen of
bijtende vloeistoffen als afgewerkte olie, wijn en melk.
• Plaats de pomp op een stevige, vlakke ondergrond omdat deze
anders kan omvallen.
• Zorg in verband met brandgevaar voor voldoende ventilatie en houd
ten minste 1 meter rondom de pomp vrij als deze in werking is. Plaats
geen brandbare voorwerpen in de buurt van de pomp.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt om brandwonden ten gevolge
van hete onderdelen te voorkomen.
• Zorg dat bekend is hoe de pomp snel uitgezet kan worden en waar
alle bedieningselementen voor dienen. Laat niemand de pomp
bedienen die niet op de hoogte is van de werking.
• Benzine is uiterst brandbaar en kan onder bepaalde omstandigheden
exploderen.
– Vul brandstof bij in een goed geventileerde omgeving terwijl de
motor is uitgeschakeld. Rook niet en voorkom open vuur en
vonken tijdens het bijtanken en in ruimten waar brandstof is
opgeslagen.
– Doe de brandstoftank niet te vol (vul niet bij tot boven het
bovenste merkteken). Controleer na het bijvullen of de tankdop
goed is vastgedraaid.
• Mors geen brandstof. Gemorste brandstof of brandstofdamp kan in
brand vliegen. Verwijder gemorste brandstof voordat u de motor
start.
• Laat de motor niet draaien in een afgesloten ruimte. De uitlaatgassen
bevatten onder andere het giftige gas koolmonoxide; inademing
hiervan kan leiden tot bewusteloosheid en kan zelfs dodelijk zijn.
4