Indicatielampje van de vingerafdruklezer
1
Uit: De vingerafdruklezer is niet klaar om op te tikken.
2
Groen, continu brandend: De vingerafdruklezer is klaar om op te tikken.
3
Oranje, knipperend: De vingerafdruk kan niet worden geverifieerd.
Uw vingerafdrukken aan het systeemwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord koppelen
Als u uw vingerafdrukken aan uw systeemwachtwoord en vaste-schijfwachtwoord wilt koppelen, gaat u als
volgt te werk om handmatig een verbinding te maken:
1. Zet de computer uit en daarna weer aan.
2. Scan uw vinger op de vingerafdruklezer op het moment dat hierom wordt gevraagd.
3. Voer uw systeemwachtwoord, harde-schijfwachtwoord of beide (zoals vereist) in. De verbinding is tot
stand gebracht.
Als u de computer opnieuw start, kunt u uw vingerafdrukken gebruiken om u op de computer aan te melden
zonder dat u uw Windows-wachtwoord, systeemwachtwoord of vaste-schijfwachtwoord hoeft in te voeren.
Ga naar het programma ThinkPad Setup als u de instellingen wilt wijzigen. Zie 'Het programma ThinkPad
Setup gebruiken' op pagina 65.
De vingerafdruklezer onderhouden
De volgende acties kunnen ertoe leiden dat de vingerafdruklezer beschadigd raakt of dat de lezer niet meer
goed werkt:
• Krassen op het oppervlak van de lezer met een hard, gepunt voorwerp
• Over het oppervlak van de lezer schuren met uw nagel of een hard voorwerp
• Aanraken of gebruiken van de lezer met een verontreinigde vinger
In de volgende situaties maakt u het oppervlak van de lezer voorzichtig schoon met een droge, zachte,
vezelvrije doek:
• Als het oppervlak van de lezer vuil of gevlekt is.
• Het oppervlak van de lezer is nat.
• De lezer slaagt er vaak niet in uw vingerafdruk te herkennen.
In de volgende gevallen kunt u uw vinger mogelijk niet gebruiken voor vastleggen en verifiëren van uw
vingerafdruk:
• Als uw vinger gerimpeld is.
58
P70 Gebruikershandleiding