3.
Houd de handgreep op de manchet
stevig vast met uw hand.
4.
Draai de palm van uw hand naar
boven.
5.
Breng de manchet zodanig om uw bovenarm aan, dat de
blauwe strip midden op de binnenkant van uw arm ligt en langs
de binnenkant van uw arm naar beneden wijst. De luchtslang
moet langs de binnenkant van uw onderarm lopen en op een
lijn liggen met uw middelvinger.
De onderrand van de manchet moet zich ongeveer 1 tot 2 cm
boven de elleboog bevinden.
Blauwe strip
Onderste rand 1 tot 2 cm
3. Het apparaat gebruiken
Hand-
greep
Stoffen sluiting
Luchtslang
NL
17