ONDERHOUD
Code-
Beschrijving
nummer
De temperatuur van de
compressor is te hoog
(>105°C).
536
Blokkerende fout na 3
pogingen.
De druk van de compressor
is te hoog (>42 bar.
537
Blokkerende fout
- 20 -
Mogelijke oorzaak
Er is te veel of te weinig
koudemiddel.
De temperatuursensor is defect
of niet correct aangesloten op de
hoofdprint.
De stromingssensor is defect.
Het elektronische expansieventiel
is defect.
Er is kalkaanslag in de
platenwisselaar.
De temperatuursensoren
voor retour en aanvoer van
verwarming zijn defect.
Controleer of de sensoren correct
zijn geplaatst en goed werken.
Controleer de weerstand van de
sensor.
De luchttemperatuur is te hoog in
de koelmodus.
Controleer of de sensor
voor luchtaanvoer van de
warmtepomp goed werkt.
De ontdooisensor voor de
ontdooifunctie is defect of slecht
geplaatst.
Controleer of de sensor correct is
geplaatst en goed werkt.
Controleer de weerstand van de
sensor.
De stromingssensor is defect.
Het elektronische expansieventiel
is defect.
Er is een slechte warmte-
uitwisseling in de platenwisselaar.
De temperatuursensoren
voor retour en aanvoer van
verwarming zijn defect.
De luchttemperatuur is te hoog in
de koelmodus.
De ontdooisensor voor de
ontdooifunctie is defect of slecht
geplaatst.
De temperatuur van de
warmtepomp is te hoog.
Oplossing
Meet de werkelijke oververhitting (deze moet < 7K zijn). Meet de
elektrische stroom met een ampèretang. Als de stroom lager is dan 4,5
ampère, is er waarschijnlijk te weinig koudemiddel aanwezig.
Controleer de druk door manometers te plaatsen.
Controleer of er geen lek is, herstel indien nodig.
Pas de hoeveelheid koudemiddel aan.
Controleer de aansluitingen van de sensor. Controleer of de positie
en werking van de voeler correct zijn. Controleer de weerstand van de
voeler.
Controleer of er waterdebiet is door de pomp op een hoge stand te
zetten. Raadpleeg het hoofdstuk "Instelling van het debiet van het
WP-circuit".
Controleer of de motor correct geplaatst is op het expansieventiel.
Controleer of het elektronische expansieventiel correct werkt, als dit
niet het geval is :
Controleer de weerstand van de motor.
Vervang de motor. Vervang het elektronische expansieventiel,
controleer of er geen lekken zijn.
Reinig de platenwisselaar.
Controleer de aansluitingen van de sensoren.
Controleer of de buitenvoeler en de temperatuur van de sensor voor
luchtaanvoer van de warmtepomp overeenstemmen. Controleer of de
sensor voor luchtaanvoer van de warmtepomp goed werkt.
Controleer de aansluitingen van de sensor.
Controleer of de sensor correct is geplaatst en goed werkt.
Controleer de weerstand van de sensor.
Controleer of de buitenvoeler en de temperatuur van de sensor voor
luchtaanvoer van de warmtepomp overeenstemmen.
Meet de werkelijke oververhitting (deze moet < 7K zijn). Meet de
elektrische stroom met een ampèretang. Als de intensiteit lager is dan
4,5 ampère, is er waarschijnlijk te weinig koudemiddel aanwezig.
Controleer de druk door manometers te plaatsen.
Controleer of er geen lek is, herstel indien nodig. Pas de hoeveelheid
koudemiddel aan.
Controleer de aansluitingen van de sensor.
Controleer de weerstand van de pressostaat.
Controleer de toestand van de kabels van de pressostaat.
Controleer of er waterdebiet is door de pomp op een hoge stand te
zetten. Raadpleeg het hoofdstuk "Instelling van het debiet van het
WP-circuit".
Controleer of de motor correct geplaatst is op het expansieventiel.
Controleer of het elektronische expansieventiel correct werkt, als dit
niet het geval is :
Controleer de weerstand van de motor.
Vervang de motor. Vervang het elektronische expansieventiel,
controleer of er geen lekken zijn.
Reinig de platenwisselaar.
Controleer de aansluitingen van de sensoren.
Controleer of de sensoren correct zijn geplaatst en goed werken.
Controleer de weerstand van de sensor.
Controleer of de buitenvoeler en de temperatuur van de sensor voor
luchtaanvoer van de warmtepomp overeenstemmen.
Controleer of de sensor voor luchtaanvoer van de warmtepomp goed werkt.
Controleer de aansluitingen van de sensor.
Controleer of de sensor correct is geplaatst en goed werkt.
Controleer de weerstand van de sensor.
Verwijder de warmtebron.
Bescherm de warmtepomp.
0020111743_01 - 12/10 - AWB