Logica toepassing vertraging
Afhankelijk van de systeemconfiguratie van uw brandalarm en de alarmactivering
kan een geconfigureerde vertraging opgehoffen worden.
Vertragingen worden uitsluitend toegepast indien:
• De geconfigureerde vertraging geactiveerd werd.
• Het apparaat dat het brandalarm meldt een detector is, die geïnstalleerd werd in
een gemengde of automatische zone, OF een detector of handbrandmelder is die
geïnstalleerd werd in een automatische zone.
• De configuratie van de zonevertraging werd zodanig ingesteld dat vertragingen in
de zone die het brandalarm meldt toegestaan zijn. (Dit is de standaard
configuratie.)
Wanneer één van de bovenstaande voorwaarden niet vervuld worden, heft het
bedieningspaneel de geconfigureerde vertraging op en activeert onmiddellijk de
evacuatie.
Verlengde vertraging evacuatie
Gebruik dit menu om een verlengde evacuatievertraging van maximaal 10 minuten
in werkmodi te configureren, in het geval dat de functie beschikbaar is.
Doe het volgende om een verlengde vertraging te configureren:
1. Stel de display zoals onderstaand weergegeven in en druk vervolgens op Enter.
De LED voor vertraging evacuatie knippert snel om aan te geven dat het
configuratiemenu voor vertraging evacuatie actief is.
2. Selecteer een vertragingswaarde van 1 tot 10 minuten met behulp van de
knoppen voor waardeselectie (2 en 4).
Deze waarde moet groter zijn dan de geconfigureerde evacuatievertraging.
3. Druk op Enter.
4. Sla uw wijzigingen op.
Zodra deze vertraging geconfigureerd werd, wordt de vertraging op het hetzelfde
tijdstip geactiveerd als de standaard evacuatievertraging.
Een continue LED voor evacuatievertraging geeft aan dat alle geconfigureerde
evacuatievertragingen geactiveerd zijn.
1X-F-reeks installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en in werking zetten
31