Ingangen aansluiten
Ingangfunctionaliteit
Elk bedieningspaneel heeft twee ingangen, aangegeven met INPUT1 en INPUT2. Deze
circuits worden aangesloten als normaal geopend en geactiveerd wanneer gesloten.
De functie van INPUT1 wordt gedefinieerd door de werkmode van het paneel. Zie
Tabel 3 hieronder.
Tabel 3: Ingangfunctionaliteit voor ingangen 1 en 2
Werkmode
EN 54-2
EN 54-2 evacuatie
EN 54-2 Scandinavië
BS 5839-1
NBN S21-100
NEN 2535
Opmerking: INPUT1 wordt niet gebruikt in twee-zone bedieningspanelen met N 54-2 Scandinavië mode.
Ingangen aansluiten
Sluit de ingangschakelaars aan op INPUT1 en INPUT2, zoals wordt weergegeven in
Afbeelding 4 op pagina 9. Het circuit moet een maximale weerstand van 100 Ω
hebben (met inbegrip van een eventuele kabelweerstand).
Uitgangen aansluiten
Uitgangfunctionaliteit
Bedieningspanelen hebben de volgende uitgangen:
• Twee-zone bedieningspanelen hebben twee uitgangen, aangeduid met OUT1 en
OUT2.
• Vier- en acht-zone bedieningspanelen hebben vier uitgangen, aangeduid met
OUT1, OUT2, OUT3 en OUT4.
De functie van iedere uitgang wordt gedefinieerd door de werkmode van het paneel.
Zie Tabel 4 hieronder. Alle uitgangen zijn beveiligd tegen overbelasting.
Tabel 4: Uitgangfunctionaliteit voor uitgangen 1 tot 4
Werkmode
EN 54-2
EN 54-2 evacuatie
EN 54-2 Scandinavië
1X-F-reeks installatiehandleiding
INPUT1
Herstel op afstand
Herstel op afstand
Verlengde vertraging evacuatie
Verandering van klasse
Reset op afstand
Onderdrukking vertraging evacuatie
OUT1
OUT2
Waarschuwings-
Waarschuwings-
sirenes
sirenes
Waarschuwings-
Waarschuwings-
sirenes
sirenes
Waarschuwings-
Waarschuwings-
sirenes
sirenes
Hoofdstuk 2: Installatie
INPUT2
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
Vertragingen uit
OUT3
OUT4
Waarschuwings-
Evacuatieg
sirenes
Waarschuwings-
Waarschuwings-
sirenes
sirenes
Waarschuwings-
Evacuatie
sirenes
11