Parameterset van Pfeiffer Vacuum
7.5
Pomp in-/uitschakelen
7.5.1
Inschakelen
7.5.2
Uitschakelen
34
De functie "pompinstallatie" omvat het bedrijf van de turbopomp met de aansturing van
alle aangesloten randapparatuur (b.v. de voorpomp).
De stroomvoorziening met schakelaar S1 van de netvoeding inschakelen.
Parameter [P:023] = 1
Parameter [P:010] = 1
Huidige (en verholpen) foutberichten worden gereset. Na het met succes doorlopen van
een zelftest wordt de motor van de turbopomp en alle aangesloten nevenapparatuur af-
hankelijk van hun configuratie door de aandrijfelektronica in werking gesteld.
Bij een ingeschakelde pompinstallatie kan de motor van de turbopomp via de functie
[P:023] worden in- en uitgeschakeld.
Parameter [P:010] = 0
De aandrijfelektronica schakelt de turbopomp uit en schakelt de vooraf ingestelde ne-
venapparatuur in (b.v. beluchter AAN, voorpomp UIT).
De volledige stilstand van de pomp afwachten.
De stroomvoorziening met schakelaar S1 bij de netvoeding verbreken.