Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toerental Instelmodus; Stand-By; Standaard Toerental; 7.4.10 Bedrijfsmodus Voorpomp - Pfeiffer Vacuum TC 400 EC Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterset van Pfeiffer Vacuum
7.4.7

Toerental instelmodus

7.4.8

Stand-by

7.4.9

Standaard toerental

7.4.10 Bedrijfsmodus voorpomp

30
De toerental instelmodus wordt gebruikt voor het verlagen van het toerental en bijgevolg
het aanzuigvermogen van de turbopomp. Het aanzuigvermogen van de turbopomp wij-
zigt zich evenredig met het toerental. In de toerental instelmodus kan de stand-by modus
niet worden gebruikt. Het streeftoerental wordt via de standaardwaarde in de toerental
instelmodus [P:707] ingesteld. Het schakelmoment van het toerental varieert afhankelijk
van het streeftoerental. Het onderschrijden of overschrijden van de standaardwaarde in
de toerental instelmodus activeert of inactiveert het statussignaal [P:306] SetSpdAtt.
 Parameter [P:707] op de gewenste waarde in % instellen.
 Parameter [P:026] = 1
 Parameteropvraag [P:308]/[P:397].
Toegestaan toerentalbereik van de turbopomp
Instellingen in toerental instelmodus of standby-modus zijn onderhevig aan het toege-
stane toerentalbereik van de betreffende turbopomp. Wanneer de minimaal toegestane
waarden worden onderschreden leidt dat tot de waarschuwing Wrn100. De aandrijf-
elektronica stelt het streeftoerental automatisch op de eerste geldige waarde in.
 Toegestaan toerentalbereik van de turbopomp in acht nemen (zie hoofdstuk. Techni-
sche gegevens in de gebruikershandleiding voor de betreffende turbopomp).
Pfeiffer Vacuum raadt het stand-by bedrijf van de turbopomp aan tijdens proces- of be-
drijfsonderbrekingen. In de stand-by modus verlaagt de aandrijfelektronica het toerental
van de turbopomp. In de toerental instelmodus kan de stand-by modus niet worden ge-
bruikt. De fabrieksinstelling voor stand-by bedraagt 66,7% van het nominale toerental.
Het onderschrijden of overschrijden van de standaardwaarde in de stand-bymodus acti-
veert of inactiveert het statussignaal [P:306] SetSpdAtt.
 Parameter [P:717] op de gewenste waarde in % instellen.
 Parameter [P:026] = 0
 Parameter [P:002] = 1
 Parameteropvraag [P:308]/[P:397].
Het nominale toerental van een turbopomp is in de fabriek in de aandrijfslektronica inge-
steld. Na het vervangen van de aandrijfelektronica, resp. overstappen op een andere
pomp moet de ingestelde waarde van het nominale toerental worden bevestigd. Deze
maatregel is een onderdeel van een redundant veiligheidssysteem ter vermijding van
overbelasting.
HiPace
300
400 / 700 / 800
 Parameter [P:777] instellen in overeenstemming met het pomptype.
Na het bereiken van het nominale toerental draait de turbopomp zonder de toevoer van
een aanvullend gasvolume onbelast. Afhankelijk van de proces- of toepassingsvereisten
kan het nominale toerental in de toerental instelmodus of stand-by modus worden ver-
laagd.
Het bedrijf van een aangesloten voorpomp via de aandrijfelektronica is afhankelijk van
het type voorpomp.
Bedrijfsmodus [P:025]
"0" continu bedrijf
"1" onderbroken bedrijf
Bevestiging van nominaal toerental [P:777]
1000 Hz
820 Hz
Aanbevolen voorpomp
alle voorpompen
uitsluitend membraanpompen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave