08
Inleiding
De receiver is uitgerust met een LAN-aansluiting. U hebt de beschikking over de volgende functies wanneer u
apparatuur met deze aansluitingen verbindt.
Luisteren naar internet-radiozenders
U kunt uw favoriete internet-radiozenders kiezen en beluisteren uit de lijst met internet-radiozenders die opge-
steld, bewerkt en beheerd wordt door de vTuner databaseservice, speciaal opgezet voor gebruik met Pioneer
producten.
dZie
Afspelen met de netwerkfuncties
op
bladzijde 78
Muziekbestanden afspelen die op een PC zijn opgeslagen
Met dit apparaat kunt u diverse muziekbestanden afspelen die op een PC zijn opgeslagen.
! Naast muziekbestanden op een PC kunt u ook muziekbestanden afspelen die op andere apparaten zijn opge-
slagen door gebruik te maken van de ingebouwde mediaserverfunctie gebaseerd op de DLNA 1.0 of DLNA 1.5
structuur en protocols (bijv. netwerk-geschikte harde schijven en audio-installaties).
dZie
Afspelen met de netwerkfuncties
op
bladzijde 78
netwerk zijn opgeslagen
op
bladzijde 80
.
Naar Pandora-internetradio luisteren
dZie
Naar Pandora-internetradio luisteren
op
bladzijde 79
Naar Spotify-audiostreaming luisteren
dZie
Meer over het afspelen van Spotify-audiostreaming
Opmerkingen
! Om naar internet-radiozenders te kunnen luisteren, moet u vooraf een contract afsluiten met een ISP (Internet
Service Provider).
! Foto- of videobestanden kunnen niet worden afgespeeld.
! Met Windows Media Player 11 of Windows Media Player 12 kunnen DRM-beveiligde audiobestanden niet op
deze receiver worden afgespeeld.
Over DLNA-netwerkapparatuur waarvan kan worden weergegeven
Met dit apparaat kunt u muziek afspelen op mediaservers die op dezelfde LAN (Local Area Network) als de
receiver zijn aangesloten. Dit apparaat biedt de mogelijkheid bestanden af te spelen die zijn opgeslagen op de
volgende apparatuur:
! PC's die onder Microsoft Windows 7 of Windows 8 draaien met Windows Media Player 12 geïnstalleerd
! DLNA-compatibele digitale mediaservers (op PC's of andere apparaten)
Bestanden opgeslagen op een PC of DMS (Digitale Media Server) zoals hierboven beschreven kunnen alleen
worden afgespeeld via een opdracht vanaf een externe Digitale Media Controller (DMC). Apparaten bestuurd door
deze DMC voor het afspelen van bestanden worden DMR's (Digitale Media Renderers) genoemd. Deze receiver
ondersteunt deze DMR-functie. In de DMR-stand kunnen bedieningsfuncties zoals afspelen en stoppen van
bestanden vanaf de externe bedieningseenheid worden uitgevoerd. Instellen van het volume en regeling van de
dempingsfunctie zijn ook mogelijk. De DMR-functie komt te vervallen als de afstandsbediening in de DMR-stand
wordt bediend (met uitzondering van bepaalde knoppen, waaronder VOLUME +/–, MUTE en DISP).
! Afhankelijk van de externe controller die wordt gebruikt, kan deweergave onderbroken worden wanneer het
volume vanaf de controller wordt ingesteld. In dit geval moet u het volume vanaf de receiver of met de afstands-
bediening instellen.
en
Luisteren naar internet-radiozenders
op
bladzijde 79
en
Audiobestanden afspelen die op apparaten in het
.
op
bladzijde 80
.
Gebruiken van AirPlay op iPod touch, iPhone, iPad en iTunes
AirPlay werkt met iPhone, iPad en iPod touch met iOS 4.3.3 of hoger, Mac met OS X Mountain Lion of hoger, en
pc met iTunes 10.2.2 of hoger.
Om AirPlay te kunnen gebruiken, moet u uw receiver selecteren op uw iPod touch, iPhone, iPad of in iTunes. *1
De receiver zal automatisch overschakelen naar AirPlay als signaalbron wanneer AirPlay wordt gebruikt. *2
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd in de AirPlay-stand:
! Instellen van het volume van de receiver via iPod touch, iPhone, iPad of iTunes.
! Pauzeren/hervatten, volgende/vorige muziekstuk en willekeurige weergave (shuffle)/herhalen via de afstands-
.
bediening van de receiver. *3
! Tonen van de informatie over het spelende muziekstuk op het display van de receiver, inclusief artiest, songtitel
en albumtitel.
*1: Zie de Apple website (http://www.apple.com) voor meer informatie.
*2: De receiver gaat automatisch aan wanneer Network Standby bij Network Option is ingesteld op ON.
*3: Als bediening niet mogelijk is, drukt u op NET en voert dan de bediening opnieuw uit.
Opmerkingen
! Een netwerkomgeving is vereist om AirPlay te kunnen gebruiken.
! De naam van de receiver zoals deze verschijnt in de AirPlay-interface op de iPod touch, iPhone, iPad en in
iTunes kan worden veranderd via Friendly Name onder Network Option.
! De AirPlay applicatie op deze receiver is ontwikkeld en getest op basis van de softwareversies voor de iPod,
iPhone, iPod en iTunes zoals aangegeven op de Pioneer website. Het is mogelijk dat AirPlay niet compatibel is
met andere iPod, iPhone, iPad of iTunes softwareversies dan die staan aangegeven op de Pioneer website.
http://pioneer.jp/homeav/support/ios/eu/ (voor Europa)
http://pioneer.jp/homeav/support/ios/ao/ (voor Australië en Nieuw-Zeeland)
Over de DHCP-serverfunctie
Om audiobestanden af te spelen die op apparaten in een netwerk zijn opgeslagen of om naar internet-radiozen-
ders te luisteren, moet u de DHCP-serverfunctie van de router inschakelen. Als de router niet is uitgerust met een
ingebouwde DHCP-serverfunctie moet u de netwerkinstellingen handmatig maken. Anders kunt u geen audiobe-
standen afspelen die op apparaten in het netwerk zijn opgeslagen en kunt u ook niet naar internet-radiozenders
luisteren. Zie
Netwerkverbinding instellen
De receiver autoriseren
Deze receiver moet geautoriseerd worden om afspelen mogelijk te maken. Dit gebeurt automatisch wanneer de
receiver via het netwerk een verbinding maakt met de PC. Als dit niet het geval is, moet u de receiver handmatig
op de PC autoriseren. De autorisatiemethode (of de toestemming) voor toegang varieert afhankelijk van het type
server waarmee verbinding wordt gemaakt. Raadpleeg de handleiding van de server voor verdere informatie over
het autoriseren van de receiver.
77
Afspelen met de NETWERK-voorzieningen
op
bladzijde 52
voor verdere informatie.