Inhoudsopgave
Advertenties
-
Luchtdichtheid
-
Aansluitingen
Warmtepomp binnenzijde toestel:
●
-
Vuil aan de binnenkant van het toestel
-
Vuil op de filtermat
-
Vuil in het ventilatorhuis en op de ventilator
-
Controleer op leksporen (water en koudemiddel)
-
Controleer de lekbak, sifon en condensafvoer
-
Luchtfilter
-
De instelling van het luchtdebiet
-
Thermische / dampdichte isolatie
Geluid:
●
-
Controleer op contactbruggen die extra trillingen kunnen
veroorzaken
-
Compressor
-
Ventilator
Luchtkanalen
●
-
Bevestiging / beugels
-
Luchtdichtheid en corrosie
-
Thermische / dampdichte isolatie
-
Vervuiling binnenzijde
-
Condens in/op de luchtkanalen
Condensafvoer
●
-
Lekkage en verstopping van de aansluiting (van de leiding)
op de binnenriolering
ä
Let op!
Noteer:
De draai-uren
De start-stops
De storingshistorie
12.2. Luchtdebiet
Om het rendement te kunnen waarborgen moet tijdens de
periodieke inspectie het luchtdebiet worden gecontroleerd. Deze
controle moet in het luchtafvoerkanaal van de warmtepomp worden
uitgevoerd met een geschikte debietmeter.
a) Maak een gat in het luchtafvoerkanaal van de warmtepomp, bij
voorkeur in een recht, ongebogen stuk.
b) Breng de voeler van de debietmeter door het gat naar binnen en
meet op minimaal 5 verschillende punten.
Bij een diameter van 250 mm van het luchtafvoerkanaal dient u
bij een ventilatorstand van 90% een debiet te meten van
gemiddeld 3,7 m/s of meer.
84
Indien een debiet wordt gemeten van beduidend minder dan 3,7 m/s :
• moet de ventilatorstand worden verhoogd.; of
• moeten de luchtkanalen worden gecontroleerd op blokkades.
c) Na het meten moet het gemaakte gat in het luchtafvoerkanaal
luchtdicht worden afgesloten met tape.
12.3. Reiniging
Na verloop van tijd kunnen zich vuil en stof op en in het toestel
ophopen. Dit is normaal. Vuil en stof hebben echter een nadelige
invloed op de werking en de levensduur van het toestel. Reinig het
toestel als volgt:
Neem de buitenzijde van het toestel af met een licht
●
bevochtigde doek.
Reinig ook de binnenzijde van de warmtepomp met een licht
●
bevochtigde doek.
Gebruik eventueel een stofzuiger om het meeste vuil en stof te
●
verwijderen.
Zie ook de overige reinigingsprocedures in dit hoofdstuk.
●
12.3.1. Filtermat reinigen
a) Verwijder de voorkap.
b) Trek de filterhouder naar buiten.
Advertenties
Inhoudsopgave
