B7
Storing ventilator
De ventilator wordt aangestuurd, maar het gestelde toerental wordt niet bereikt.
Oorzaak
a) De ventilator is niet goed aangesloten.
b) De ventilator kan niet vrij draaien of is defect.
c) Thermische overbelasting: de ventilator is
uitgeschakeld.
B8
Storing communicatie inverter
De inverter communiceert niet meer, hierdoor wordt de compressor niet ingeschakeld.
Oorzaak
a) De luchtdrukschakelaar functioneert niet
goed.
b) De inverter (print) is niet goed aangesloten.
c) De hogedruk pressostaat functioneert niet
goed.
d) De inverter of de WPE (print) is defect.
W9
Storing inverter
De inverter heeft een interne storing, hierdoor wordt de compressor niet ingeschakeld.
Oorzaak
a) De inverter is niet goed aangesloten.
b) De luchtdrukschakelaar sluit niet of is defect.
(Luchtdrukschakelaar moet gesloten zijn bij
een luchtdrukverschil van 0,7 mbar)
c) De inverter is defect.
72
Oplossing
Controleer de bedrading en sluit de
●
ventilator zo nodig goed aan.
Vervang de ventilator. Zie de instructies in
●
de handleiding van de warmtepomp
(hoofdstuk Onderhoud).
Laat de ventilator minimaal 15 minuten
●
afkoelen. Heeft dit geen effect vervang dan
de ventilator.
Oplossing
Controleer gemeten luchtdrukverschil.
●
Controleer luchtdrukverschilschakelaar.
●
Controleer bedrading en voedingsconnector
●
van de inverterprint.
Controleer kortsluitconnector op de
●
inverterprint.
Controleer de communicatie bedrading en
●
connector.
Controleer de compressorkabel en
●
connector.
Controleer aardingsconnector.
●
Controleerde hogedruk pressostaat.
●
Controleer bedrading en connectoren
●
hogedruk pressostaat.
Repareer of vervang de inverter of de
●
inverterprint.
Oplossing
Controleer de bedrading en sluit de inverter
●
zo nodig goed aan.
Controleer de slang van de
●
luchtdrukschakelaar en vervang deze zo
nodig.
Controleer de bedrading van de
●
luchtdrukschakelaar en repareer deze zo
nodig.
Vervang de luchtdrukschakelaar.
●
Vervang de inverter.
●