ä
Let op!
Gebruik de voorgeschreven dakdoorvoer en luchtkanalen
inclusief ontkoppeling.
Houd bij de plaatsing van de warmtepomp rekening met het
volgende:
De Vincent warmtepomp moet worden aangesloten op een
●
individuele groep 230V-16A (B-Kar).
Trillingen die de warmtepomp produceert kunnen doorgegeven
●
worden aan de wand, de vloer of aan de leidingen en
luchtkanalen van de installatie. Deze trillingen kunnen voor
geluids- of trillingsoverlast in de woning zorgen.
Om geluidsklachten te voorkomen, schrijft Itho Daalderop het
volgende voor:
-
Installeer de warmtepomp in een gesloten installatieruimte
met geluidsisolerende eigenschappen (waar het systeem zo
weinig mogelijk geluidsoverlast kan veroorzaken);
-
De deur (zware kwaliteit, bijvoorkeur met GND garantie) van
de installatieruimte moet rondom een goede afsluiting
hebben om de uitstraling van geluid zo veel mogelijk te
beperken. Afdichting uitvoeren met aan drie zijden een
valdorpel. Susrooster toepassen in de deur indien een
ventilatiepunt aanwezig is in de technische ruimte. De deur
(zonder sleutelgat) niet voorzien van een bovenlicht.;
-
Wanden goed fixeren. De wand van de installatieruimte
heeft voldoende draagvermogen (> 200 kg/m
gewicht van de warmtepomp, inclusief het cv-toestel, te
dragen en voldoende massa om trillingen te dempen. Geen
(open) doorvoeren in wanden grenzend aan verkeers- of
verblijfsruimte;
-
De vloer van de installatieruimte heeft voldoende
draagvermogen (> 400 kg/m
warmtepomp te dragen en voldoende massa om trillingen
te dempen;
-
Niet toepassen bij een houten vloer of zwevende dekvloer,
tenzij er voldoende maatregelen zijn genomen en voldonde
massa is aangebracht met geluiddempend materiaal;
-
Zorg voor aanvullende bouwkundige maatregelen wanneer
de geluidsisolatie en trillingsdemping van de warmtepomp
zelf onvoldoende is. Zorg dan voor voldoende ontkoppeling
naar de bouwkundige constructie.
De installatieruimte is vorstvrij.
●
In de buurt van het apparaat mogen geen ontstekingsbronnen
●
aanwezig zijn of worden aangebracht.
De installatieruimte is voorzien van:
●
-
een lichtpunt;
-
een wateraansluiting;
-
een aansluiting op het cv-systeem;
-
een aansluiting op de binnenriolering, voor afvoer van
expansiewater en condens;
8
2
) om het
2
) om het gewicht van de
-
een wandcontactdoos (aparte groep)~230V-50Hz 16A voor
randaardestekker , binnen 1 meter van de warmtepomp;
-
een wandcontactdoos ~230V-50Hz, voor servicedoeleinden.
Zorg dat de stekker van het netsnoer altijd bereikbaar blijft.
●
Zorg voor voldoende ruimte rondom de warmtepomp voor
●
service en onderhoud. Zie Vincent benodigde vrije ruimte .
De aansluitingen van het bronsysteem en cv-systeem moeten
●
goed bereikbaar zijn voor inspectie en onderhoud.
1.4. Eisen cv-systeem
Opmerking
Er zijn diverse installatieschema's beschikbaar bij Itho
Daalderop. Afhankelijk van het toegepaste schema dienen de
voorgeschreven appendages te worden toegepast.
ä
Let op!
Indien kunststof leidingen niet diffusiedicht zijn voor zuurstof,
dient een scheiding tussen het toestel en het
verwarmingssysteem aangebracht te worden.
Controleer op lekken in het systeem om het binnentreden van
zuurstof uit te sluiten.
De cv-transportleiding heeft een minimale binnendiameter van
●
Ø19 mm .
Houd rekening met de invloed van de leidingweerstand en
gewenste ontwerpflow van de installatie, op de beschikbare
opvoerhoogte van de cv-pomp.
De installatie moet voorzien zijn van een passend expansievat.
●
Afwijkingen op toegepaste materialen zijn alleen toegestaan in
●
renovatiesituaties en op voorwaarde dat in verband met corrosie
voorzorgsmaatregelen worden toegepast (zoals bijvoorbeeld het
toepassen van een magneetfilter). Afwijkingen op de toegepaste
materialen zijn de verantwoordelijkheid van de installateur.
Het verwarmingssysteem moet lekvrij en zuurstofdicht zijn.
●
Kunststof leidingen moeten diffusiedicht zijn:
●
-
Zuurstofdoorlaatbaarheid lager dan 0,1 g/m
4726/4729).
Het systeem moet met schoon water worden gespoeld en
●
gevuld en worden ontlucht.
WATERKWALITEIT
Zuurgraad (pH)
7–8,5
IJzergehalte (Fe)
‹ 0,2 mg/l
Chloorgehalte (Cl)
‹ 150 mg/l
Geleidbaarheid
‹ 125 mS/m
3-12 °dH / 5-22 °fH /
Hardheid
0,53-2,14 mmol/l CaCO
Chemische toevoegingen
Niet toegestaan
1) Indien toevoegingen, zoals inhibitors, toch gewenst zijn, mogen die alleen
met toestemming van Itho Daalderop worden toegepast.
3
bij 40°C (DIN
3
(1)