8.6. Instellingen voor de gebruiker
ä
Let op!
Instellingen worden door de installateur gedaan.
ä
Waarschuwing!
Het niet goed wijzigen van instellingen door de gebruiker/
consument kan de prestaties van het systeem nadeling
beïnvloeden en zelfs schade aan het systeem veroorzaken.
De volgende instellingen kunnen door de gebruiken worden
gebruikt en/of gewijzigd:
Menu /
Tekst
Symbool
Beschrijving
3
USER
RESET
ä
Let op!
Neem vóór het wijzigen van instellingen contact op met uw
installateur.
Hier vindt u de belangrijkste instellingen voor de gebruiker van de
warmtepomp. Deze instellingen zijn te bereiken via het menu
Gebruikersinstellingen op het display.
8.6.1. Fabrieksinstellingen herstellen
U kunt u de warmtepomp terugzetten naar de standaard
fabrieksinstellingen via de HMI-controller.
a) Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag op de HMI-controller
om naar het menupictogram
44
Menu-optie
De instellingen worden
teruggezet naar de standaard
fabrieksinstellingen
Gebruikersinstellingen
te gaan.
b) Druk op de knop OK op de HMI-controller om het
menupictogram
Gebruikersinstellingen
te selecteren.
c) Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag om naar de optie
RESET
te gaan.
d) Druk op de knop OK om
USER RESET
e) Druk nogmaals op de knop OK om uw selectie te bevestigen. De
warmtepomp wordt teruggezet op de standaard
fabrieksinstellingen.
f)
Het complete overzicht met de fabrieksinstellingen vindt u hier:
Fabrieksinstellingen op pagina 112 .
USER
te selecteren.