11.8. Diagnose storingsmeldingen
W1
Cv-ketel verwarmt niet
De cv-ketel wordt aangestuurd maar verwarmt niet.
Oorzaak
a) De stuurkabel tussen het cv-toestel en de
warmtepomp is niet goed aangesloten of
onderbroken.
b) De cv-ketel functioneert niet naar behoren.
c) De aansturing vanuit warmtepomp werkt niet
naar behoren.
B2
Storing Vierwegklep
De koeltechnische vierwegklep staat in de verkeerde positie.
Oorzaak
a) De vierwegklep (koeltechnische vierwegklep)
is defect.
B3
Cv-pompflow te laag
De cv-pomp van de warmtepomp is ingeschakeld, maar de flow (>100 l/u) is te laag.
Oorzaak
a) Er zit lucht in de cv-pomp.
b) De instelling pompsnelheid te laag.
c) De luchtdrukschakelaar sluit niet of is defect.
d) Te veel weerstand in het cv-circuit.
74
Oplossing
Controleer de kabel tussen de warmtepomp
●
en de cv-ketel, meet de signaalkabel door
op breuken en controleer of het ketel
contact gesloten is.
Warmtepomp signaal komt WEL door,
●
controleer cv-ketel op correct functioneren.
Warmtepomp signaal komt NIET door,
●
controleer interne aansluitingen
warmtepomp.
Oplossing
Controleer de positie van de motor van de
●
vierwegklep.
Meet of de motor van de vierwegklep
●
signaal ontvangt.
-In cv-bedrijf stuursignaal 0V.
-In koel- of defrostbedrijf 230V.
Vervang de motor van de vierwegklep.
●
Vervang de hele koelunit. Zie de handleiding
●
voor het vervangen van de koelunit.
Oplossing
Controleer of de automatische ontluchter
●
open staat.
Ontlucht het systeem zo nodig.
●
Controleer de instelling van de
●
pompsnelheid.
Controleer of de ventilator op correct
●
toerental draait.
Controleer de bedrading van de
●
luchtdrukschakelaar.
Meet de luchtdrukschakelaar door of het
●
contact gesloten is.
Controleer de aansluitingen van de slang
●
van de luchtdrukschakelaar.
Vervang de luchtdrukschakelaar.
●
Er is onvoldoende doorstroming in het
●
systeem.