8.4. Opstarten
Tijdens het opstarten wordt een lcd-test uitgevoerd. Hierdoor zullen
alle iconen en symbolen in het display kort worden getoond. Na de
test is de actuele bedrijfstatus van de warmtepomp op het scherm
zichtbaar.
Voorbeeld opstartscherm:
De led-indicator brandt niet.
De warmtepomp kent de volgende drie bedrijfsstanden:
1.
AAN
2. STANDBY
3. HPOFF: Warmtepomp tijdelijk uitgeschakeld
Eerste keer opstarten
ä
Let op!
De warmtepomp zal bij de allereerste keer inschakelen van de
voedingsspanning opstarten in de stand INIT voor de
inbedrijfstelling.
De warmtepomp doorloopt een cyclus van 5 minuten.
De led-indicator brandt niet.
Zodra een instelbare parameter wordt aangepast, gaat de
●
warmtepomp naar de bedrijfstand AAN.
De warmtepomp blijft in de bedrijfstand INIT wanneer
●
instellingen in het menu alleen worden bekeken.
Opmerking
Na de inbedrijfstelling zal bij het opnieuw inschakelen van de
voedingsspanning de warmtepomp altijd opstarten in de laatst
gekozen stand STAND-BY.
8.4.1. Bedrijfsstand: Warmtepomp: Aan
De warmtepomp is ingeschakeld.
Voorbeeld bedrijfsstatus:
De led-indicator brandt continu blauw.
8.4.2. Bedrijfsstand: Warmtepomp Standby-stand
De warmtepomp is in standby-stand. Het scherm is zwart. Zodra er
een knop wordt aangeraakt wordt het scherm actief.
Voorbeeld warmtepomp standby-stand:
De led-indicator brandt niet.
8.4.3. Bedrijfsstand: Warmtepomp uitgeschakeld
De warmtepomp is voor 72 uur uitgeschakeld. De vorstbeveiliging
van de warmtepomp blijft geactiveerd.
Voorbeeld warmtepomp uitgeschakeld:
De led-indicator brandt niet.
41