4.4.30 Supervisie mode Optie
Hier bepaalt u of een alarm wordt
(fig. 4.4, locatie 30)
gegeven (sirene / melding) bij een supervisie / storing fout
tijdens TOTAAL inschakeling.
Beschikbare opties zijn: EN standaard en anders. Indien
"EN standaard" is geselecteerd, wordt er bij een supervisie
alarm / storingsfout bij TOTAAL inschakeling een sirene
geactiveerd en wordt een sabotagemelding gerapporteerd.
Als "Anders" is geselecteerd wordt geen actie ondernomen
als het systeem TOTAAL is ingeschakeld.
4.4.31 Lage batterij Keyfob
Hier bepaalt u of de gebruiker een lage
(fig. 4.4, locatie 31)
batterijspanning melding hoort als hij het systeem met een
keyfob met lage batterijspanning wil uitschakelen.
Beschikbare opties zijn: keyfob L-BAT J (de gebruiker
moet het keyfob lage batterijspanning bericht bevestigen)
of keyfob L-BAT N (de gebruiker hoeft de melding van het
keyfob lage batterijspanning bericht niet te bevestigen).
4.4.32 Screensaver
Hier kunt u bepalen dat als langer dan
(fig. 4.4, locatie 32)
30 seconden geen toets wordt ingedrukt op het toetsenbord
van de PowerMax Complete, de display de tekst
"PowerMax" toont. (Dit om te voorkomen dat een mogelijke
indringer de systeemstatus zal zien) U kunt bepalen dat het
standaard display weer terugkomt nadat u de knop
heeft ingedrukt en de gebruikerscode (UIT met code) heeft
ingevoerd, of nadat een willekeurige toets wordt ingedrukt
(UIT met toets). Het is mogelijk te bepalen na het
inschakelen van de partitie dat als geen toets meer dan 30
seconden is ingedrukt, de datum en tijd op het scherm
verschijnen. Het normale scherm herstelt zich na het
drukken op de
knop, gevolgd door het invoeren van
de gebruikerscode (UIT met code) of na het drukken op
een willekeurige toets (UIT met toets).
Indien /Tekst met toets is geselecteerd, keert het systeem
bij de eerste knopindruk (behalve Brand en Noodoproep)
terug naar het gewone scherm, en wordt bij de tweede
knopindruk de betreffende functie uitgevoerd. Als Brand of
Noodoproep wordt ingedrukt, keert het systeem bij de eerste
knopindruk terug naar het normale scherm en wordt ook de
functie Brand/Noodoproep uitgevoerd.
Opties (Geen Partities): screensaver uit, uit met code, uit
met toets.
Opties (Wel Partities): scrn saver UIT, text met code, text
met toets, , klok met code, klok met toets.
4.4.33 Verificatie
(fig. 4.4, locatie 33)
opeenvolgende alarmen afgaan tijdens een bepaalde
periode, het tweede alarm beschouwd wordt als bevestigd
alarm (voor melding van een bevestigd alarm, zie
hoofdstuk 5, Verificatiemelding).
Opties: uit, 30 min., 45 min., 60 min., of 90 min.
4.4.34 230V uitval melding
Hier kunt u het tijd interval instellen
(fig. 4.4, locatie 34)
tussen een stroomuitval en de storingsmelding hiervan.
Opties: 5
minuten, 30 minuten, 60 minuten of 180
minuten.
18
Hier bepaalt u dat als twee
4.4.36 Gebruiker toestemming
Hier bepaalt u of de toegang tot de
(fig. 4.4, locatie 36)
INSTALLATIEMODE eerst toestemming van gebruiker
vereist. Als u AAN selecteert, kan de installatiemode alleen
via het gebruikersopties menu worden bereikt nadat de
gebruikerscode is ingevoerd.
Opties: Aan, Uit.
Opmerking: Dit menu wordt niet weergegeven indien
partities zijn ingeschakeld.
4.4.38 Batterij type
Hier bepaalt u welke type batterypack is
(fig. 4.4, locatie 38)
geplaatst in de PowerMax Complete.
Opties: 7.2V of 9.6V.
4.4.39 Sleutel Zone Optie (Optioneel)
(Fig. 4.4, locatie 39). Hier wordt bepaald of het systeem in-
en uitgeschakeld kan worden door middel van zones 21-28,
29-30 of 21-30 indien deze zijn geprogrammeerd als
zonetype "Geen Alarm" en de "Sleutel aan/uit" optie
aanstaat (zie par. 4.3 en Bijlage D14). Sleutel zones kunnen
zowel bekabelde als draadloos zijn.
Wanneer draadloze sleutelzones worden gebruikt, kunt u
de volgende zenders installeren en gebruiken:
MCT-100
MCT-102
MCT-302
MCT-320
De rechterknop op de MCT-102 of ingang 2 op de MCT-100
wordt gebruikt om in te schakelen als AFWEZIG. De
linkerknop van de MCT-102 of ingang 1 op de MCT-100
wordt gebruikt om uit te schakelen.
Wanneer bekabelde sleutel zones worden toegepast
schakelt een open circuit het alarmsysteem in en een
gesloten circuit schakelt de alarmering uit. (Voor informatie
over het aansluiten van bekabelde sleutelzones, zie
fig.3.1C Zone en Sirene bedrading).
BELANGRIJK! Inleren van de MCT-100 of MCT-102 moet
geschieden door de rechterknop van de MCT-102 of ingang
2 van de MCT-100 te activeren (zie sectie 4.3).
Als in het gebied MCT-302 en MCT-320 zenders zijn, wordt
het alarmsysteem door een gesloten circuit (de magneet
wordt bij de zender geplaatst) ingeschakeld als AFWEZIG,
en wijzigt een open circuit (de magneet wordt van de
zender verwijderd) de status van AFWEZIG naar
UITGESCHAKELD.
Opmerking: Sleutelzones voldoen niet aan België TO14A
en EN 50131-5-3.
OPMERKING! In/uitschakeling met behulp van een
draadloze zender ingeleerd op zones 21 en 28 of via een
bekabelde ingang op zones 29 en 30 doet afbreuk aan de
veiligheid. Deze functie is daarom uitsluitend op verzoek
van de klant leverbaar in specifieke PowerMax
Completes-versies op verzoek van de klant.
Opties: UIT z. 21-28 AAN, z. 29-30 AAN, , of z. 21-30 AAN.
D-302864 PowerMax Complete Installatiehandleiding