Uitschakelen van de parameterkeuzefunctie
e De parameterkeuzefunctie
wordt geannuleerd door op
1
-4
de PARAMETER-knop te
drukken.
ECHO/LOOP OFF
r Wanneer u op de ECHO/LOOP-
toets drukt, wordt de
echo/loop-
1
-5
parameterkeuzefunctie
ingesteld. Als u nogmaals op
de ECHO/LOOP-toets drukt, wordt de
echo/loop-functie uitgeschakeld.
FLANGER
FLANGER ON
t Wanneer u op de FLANGER-
toets drukt, wordt de flanger-
functie ingeschakeld en de
2
parameterkeuzefunctie
-1
ingesteld.
*Wanneer de flanger-functie is ingeschakeld,
drukt u op de FLANGER-toets om de flanger-
parameterkeuzefunctie in te stellen.
Instellen van de parameters
y In de
parameterselectiemodus
knippert de "FLANGER"-
en "PARAMETERS"-
2
-2
indicator en kunnen de
flangerparameters met de PARAMETERS-
knop en EFFECTS-knop worden geselecteerd.
FLANGER-diepte: EFFECTS-knop
FLANGER-vertragingstijd: PARAMETERS-knop
Uitschakelen van de parameterkeuzefunctie
u De parameterkeuzefunctie
2
wordt geannuleerd door op
-3
de PARAMETER-knop te
drukken.
FLANGER OFF
i Wanneer u op de FLANGER-
toets drukt, wordt de flange-
2
-4
parameterkeuzefunctie
ingesteld. Als u nogmaals op
de FLANGER-toets drukt, wordt de flanger-
functie uitgeschakeld.
FILTER
FILTER ON
o Wanneer u op de FILTER-toets
drukt, wordt de filterfunctie
ingeschakeld en de
3
parameterkeuzefunctie
-1
ingesteld.
*Wanneer de filterfunctie is ingeschakeld,
drukt u op de FILTER-toets om de
filterparameterkeuzefunctie in te stellen.
Kiezen van de parameters
!0 In de
parameterselectiemodus
knippert de "FILTER"- en
"PARAMETERS"- indicator
3
-2
en kunnen de
filterparameters met de PARAMETERS-knop
en EFFECTS-knop worden geselecteerd.
Filter bandbreedte: EFFECTS-knop
Filtertypes: PARAMETERS-knop
Uitschakelen van de parameterkeuzefunctie
!1 De parameterkeuzefunctie
3
wordt geannuleerd door op
-3
de PARAMETER-knop te
drukken.
FILTER OFF
!2 Wanneer u op de FILTER-toets
drukt, wordt de
3
-4
filterparameterkeuzefunctie
ingesteld. Als u nogmaals op
de FILTER-toets drukt, wordt
de filterfunctie uitgeschakeld.
NEDERLANDS
Tail Echo
• Echoweergave wordt enkel uitgevoerd wanneer de
huidige track wordt gepauzeerd door de PLAY/PAUSE
(
13
)-toets.
De modus Tail Echo inschakelen
!3 Houd de ECHO/LOOP-toets
gedurende 2 seconden
ingedrukt. De modus Tail Echo
wordt ingeschakeld en de
4
parameterselectiemodus wordt
-1
ingesteld.
✽ Wanneer de modus Tail Echo al werd
ingeschakeld,
wordt
parameterselectiemodus ingesteld wanneer
de ECHO/LOOP-toets wordt ingedrukt.
Instellen van de parameters
!4 In de
parameterselectiemodus
knippert de LED
ECHO/LOOP en kunt u de
echo/loop-parameters
4
-2
kiezen met de
PARAMETER-knop en de
EFFECTS-knop.
Echo-feedbackniveau:
EFFECTS-knop
Echo-vertragingstijd: PARAMETERS-knop
Tail Echo uitvoeren
Wanneer de modus Tail Echo is ingeschakeld,
drukt u op de PLAY/PAUSE (
13
)-toets tijdens het
afspelen om Tail Echo uit te voeren.
4
-3
Wanneer opnieuw op de PLAY/PAUSE (
wordt gedrukt tijdens het uitvoeren van Tail Echo,
zal Tail Echo worden geannuleerd en wordt de
normale weergave hervat.
Uitschakelen van de
parameterselectiemodus
!5 Druk op de PARAMETER-
knop of de EFFECTS-knop
om de
4
-4
parameterselectiemodus te
annuleren.
20
NEDERLANDS
De modus Tail Echo uitschakelen
!6 Wanneer u op de ECHO/LOOP-
toets drukt, wordt de Tail Echo-
parameterselectiemodus
ingesteld. Wanneer op dat
moment opnieuw op de
4
-5
ECHO/LOOP-toets wordt gedrukt, wordt de
modus Tail Echo uitgeschakeld.
De functie Tail Echo kan ook worden
uitgeschakeld door de ECHO/LOOP-toets 2
seconden ingedrukt te houden wanneer de
modus Tail Echo is ingeschakeld.
de
13
)-toets