4 NEMAN EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN
(1) Achterpaneel
q
USB B-aansluiting
• Voor aansluiting van een computer.
• MP3/WAV-bestanden en bestanden met playlists
kunnen van de computer naar de DN-HS5500
worden gekopieerd en vice versa.
w
USB A-aansluiting
• Voor aansluiting van een massaopslagapparaat,
USB-toetsenbord of USB-hub.
e
D-SYNC-aansluiting
• Dit zijn kabelaansluitingen voor het verbinden van
een andere DN-HS5500.
De functie D-SYNC kan worden gebruikt wanneer
hier een andere DN-HS5500 is aangesloten.
✽ Enkel een DN-HS5500 kan aan de kabel worden
verbonden.
r
Digitale uitgangsaansluiting
(DIGITAL OUT)
• Op deze aansluitingen zijn digitale signalen
beschikbaar.
• Gebruik een 75 Ω/ohm stekkersnoer voor de
aansluitingen.
• Het verdient aanbeveling om een met omvlochten
draad afgeschermde kabel te gebruiken.
OPMERKING:
• Om digitale vervorming te voorkomen wordt het
weergaveniveau na analoge omzetting ingesteld op –6
dB onder het gebruikelijke niveau.
t
Analoge uitgangsaansluitingen
(LINE OUT)
• Dit zijn asymmetrische RCA uitgangsaansluitingen.
• Uitgangen voor audiosignalen.
y
Aansluiting voor fader-gestuurde start
• Gebruik dit wanneer uw mixer beschikt over de
Fader Startfunctie.
u
POWER-toets (¢ON £OFF)
• Druk op deze toets om het toestel in en uit te
schakelen.
(Zie bladzijde II.)
(2) Voorpaneel
LET OP:
• Denk eraan dat veel toetsen voor twee verschillende
functies worden gebruikt, naargelang of u kort of
lang (1 seconde of meer) op de toets drukt. "
betekent de toets kort indrukken, terwijl "
betekent dat u de toets lang moet indrukken.
i
PLAY/PAUSE-toets (13)
• Deze toets begint of pauzeert de weergave.
• Druk één keer op deze toets om de weergave te
beginnen, druk er opnieuw op om de weergave te
pauzeren, en opnieuw om de weergave te
hervatten.
o
CUE/STUTTER-toets
• Wanneer deze toets tijdens weergave wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar de positie in het
bestand waar de weergave begon. In de
zoekmodus creëert u op deze manier een nieuw
Cue-punt. (Cue)
• Door op de CUE-toets te drukken tijdens de Cue-
modus wordt een staccato-geluid gemaakt vanaf
het Cue-instelpunt. Dit wordt staccato-weergave
genoemd. (Staccato)
!0
Plateau/scratch-disc
Dit wordt gebruikt voor handmatig zoeken, pitch bend
en scratch weergavefuncties.
• Platter:
Het plateau draait wanneer weergave van de
scratch-bron wordt gestart die is geselecteerd met
de toets PLATTER SOURCE.
OPMERKING:
Het plateau draait niet wanneer de scratch-bron is
ingesteld op "BEND/SEARCH".
• Scratch:
Wanneer de scratch-disc wordt gedraaid, wordt
scratch-weergave uitgevoerd van de bron die is
geselecteerd met de toets PLATTER SOURCE.
OPMERKING:
Probeer het plateau niet geforceerd te doen stoppen
tijdens het draaien.
Dat zou het rotatiemechanisme van het plateau kunnen
beschadigen.
Wanneer de rotatie van het plateau geforceerd wordt
gestopt, wordt de pauzestand ingesteld.
!1
FILTER-toets
• Eén van de drie filters (LOW PASS, MID PASS en
HIGH PASS) kan worden geselecteerd.
!2
FLANGER-toets
• De
diepte
en
de
vertragingstijd
kunnen
geselecteerd worden.
NEDERLANDS
!3
ECHO/LOOP-toets
• ECHO LOOP:
De ECHO- en LOOP-functies kunnen worden
geselecteerd.
Het
feedback-niveau
vertragingstijd kunnen geselecteerd worden.
Looping voor de vertragingstijd (ECHO LOOP) is
mogelijk door het feedback-niveau in te stellen op
"MAX".
"
• Tail ECHO:
"
Echoweergave wordt enkel uitgevoerd wanneer
het bestand wordt gestopt (play/cue).
De functie tail echo wordt in- of uitgeschakeld door
de toets 2 seconden ingedrukt te houden.
!4
TAP,
LOCK,
AUTO/INPUT BPM -
toets
• TAP:
Wanneer u meermaals op deze toets drukt, wordt
de Auto-modus uitgeschakeld en worden de Beats
Per Minuut (BPM) gemeten.
• LOCK:
Wanneer deze toets eenmaal wordt ingedrukt
terwijl de Automatische BPM-teller wordt bediend,
worden de gegevens vergrendeld die door de
Automatische BPM-teller worden gemeten.
• AUTO:
Wanneer u de TAP-toets 1 seconde indrukt, wordt
de AUTO BPM-modus geactiveerd.
De opgemeten BPM worden in het tekendeel van
het display aangegeven.
• INPUT BPM :
Als de TAP-toets langer dan 2 seconden wordt
ingedrukt, wordt de BPM-invoermodus ingesteld
en
kan
de
BPM-waarde
PARAMETERS-knop ingevoerd worden. Wanneer u
nogmaals op de TAP-toets drukt, de BPM-
ingagnsfunctie is uitgeschakeld en ingesteld.
OPMERKING:
• Wanneer u een nieuw bestand selecteert, wordt
automatisch de AUTO BPM-modus ingeschakeld.
• Het aantal BPM kan met behulp van de MEMO-functie
worden opgeslagen.
!5
EFFECTS-knop
• Stel met deze knop de parameters van de interne
effector in.
!6
Richtingkeuzehendel
weergave
Deze hendel dient voor het selecteren van de richting
van de scratch-weergave.
• BOTH:
Wanneer de scratch-disc wordt gedraaid, wordt de
scratch-weergave
uitgevoerd
achterwaartse als voorwaartse richting.
6
NEDERLANDS
• FWD:
Bij het draaien van de scratch-disc wordt het
scratch-geluid alleen in voorwaartse richting
weergegeven.
en
de
!7
TIME,
UTIL.-toets
• TIME:
Wanneer deze toets wordt ingedrukt, schakelt de
tijdindicator beurtelings over tussen "ELAPSED"
(verstreken tijd), "REMAIN" (resterende tijd),
"T.ELAPSED"
(totale
"T.REMAIN"
(totale
"T.ELAPSED" en "T.REMAIN"-indicators lichten
alleen op tijdens playlistweergave.)
• UTIL.:
De Utility-modus wordt ingeschakeld wanneer
deze toets ingedrukt wordt gehouden terwijl de
beide decks zijn ingecued.
!8
Functie1-toets
Hiermee registreert u bestanden in de hotlist.
• In de zoekmodus voor bestanden wordt het
geselecteerde bestand toegevoegd aan de hotlist.
!9
LAYER1-toets
Gebruik dit om het deck te selecteren dat moet
worden bediend.
• De LED aan de linkerkant van de LCD brandt
wanneer deck 1 kan worden bediend.
• De LED aan de linkerkant van de LCD brandt
wanneer deck 2 kan worden bediend.
@0
Functie2-toets
Gebruik dit om bestanden in de hotlist te markeren
die al werden gespeeld en uit de lijst mogen worden
direct,
via
de
verwijderd.
• Wanneer de cursor een bestand selecteert op de
hotlist, wordt dat bestand gemarkeerd als zijnde
reeds afgespeeld.
Vervolgens
wordt
een
bestandsnaam geplaatst.
@1
DISPLAY MODE-toets
• Gebruik dit om de display om te schakelen tussen
volledige en tweevoudige modus.
Wanneer de display wordt omgeschakeld van de
tweevoudige modus naar de volledige modus,
wordt
de
display
scratch-
weergegeven.
@2
NEXT FILE-toets
Wanneer deze toets tijdens weergave wordt
ingedrukt, wordt de NEXT FILE-functie geactiveerd.
Het volgende bestand kan met behulp van de
PARAMETERS-regelaar worden geselecteerd.
in
zowel
verstreken
tijd)
en
resterende
tijd).
(De
markering
voor
de
van
het
actieve
deck