8
|
Elektrische installatie
8 Elektrische installatie
In dit hoofdstuk
8.1 De elektrische bedrading voorbereiden
8.1.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur
46
8.1
8.1.1
8.2
8.2.1
8.2.2
8.2.3
8.2.4
8.2.5
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de
veiligheidsmaatregelen" [
INFORMATIE
Lees ook
"8.2.4 Specificaties van standaard
WAARSCHUWING
▪
Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde nulfase heeft, Kan de
apparatuur defect raken.
▪
Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
▪
Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪
Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders, zodat deze NIET in contact
kan komen met scherpe randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde.
▪
Gebruik GEEN draden met tape, geen verlengkabels en geen aansluitingen van
een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor oververhitting of elektrische
schokken of brand veroorzaken.
▪
Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat deze unit een inverter
bevat. Een fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en kan
ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪
Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET
voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften.
▪
Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading.
▪
Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
4
6].
bedradingscomponenten" [
46
46
47
47
47
48
49
49
"2 Algemene
4
49].
R32 Split-reeks
4P751614-2 - 2023.09