2
|
Algemene veiligheidsmaatregelen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
WAARSCHUWING
Indien deze NIET standaard werd geplaatst, moet een hoofdschakelaar (of een ander
middel om uit te schakelen) tussen de vaste bedrading geplaatst worden; deze
schakelaar dient het contact van alle polen volledig te verbreken en MOET hij
voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie III-specificatie wanneer hij
open staat.
WAARSCHUWING
▪
Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪
Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving.
▪
Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd
bedradingsschema worden uitgevoerd.
▪
Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of
scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt
uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪
Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan een elektrische schok veroorzaken.
▪
Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik NOOIT een elektrische
voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪
Installeer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪
Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat het gevaar dat iemand een
elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
▪
Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of deze met de inverter
compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
WAARSCHUWING
▪
Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle elektrische onderdelen en
aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪
Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit aan te zetten.
VOORZICHTIG
▪
Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de
stroomvoerende draden worden aangesloten.
▪
Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de stroomvoerende draden los vóór
de aarding wordt losgemaakt.
▪
De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de
klemmenstrook MOET zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten
vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken
van de trekontlasting.
R32 Split-reeks
4P751614-2 – 2023.09