• Schakel de startschakelaar van de motor
(1H) in positie "2" (STARTEN) totdat de motor
start en laat de schakelaar daarna los. Hij zal
automatisch terugschakelen naar de positie
LOPEN. Als de motor niet wil starten, herhaal
bovenstaande stappen.
• Duw de snelheidscontrolehendel (1O)
naar voren voor een VOORWAARTSE
zaagbeweging of naar achteren voor een
ACHTERWAARTSE zaagbeweging. Hoe
verder u de hendel duwt, des te hoger
de snelheid.
OPEN de ontlastklep (5M) NIET in neutraal
terwijl de zaag op een helling (of heuvel) is
geparkeerd. De operator zal de controle over
de machine verliezen en een letsel of schade
zou kunnen resulteren.
3
Transport (blad verwijderd)
(Zie afbeeldingen 1, 2 en 5)
S c h a k e l d e m o t o r u i t . S c h a k e l d e
snelheidscontrolehendel (1O) in de positie
STOP (1BB). Verwijder het diamantblad (2E)
vóór het transport.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de zaag over
hellingen verplaatst terwijl de motor is aangeschakeld.
• Om van een helling naar BENEDEN te komen, duw
de zaag langzaam VOORUIT.
• Om op een helling naar OMHOOG te gaan, trek de
zaag langzaam ACHTERUIT.
Gebruik altijd een kruk voor steile hellingen.
Sta nooit lager dan de machine.
De zaag opheffen. De zaag mag alleen worden
opgeheven met de hijsbeugel (6A) die in de fabriek werd
geplaatst.
Transport per voertuig:
• Schakel de startschakelaar van de motor (1H) in de
positie UIT.
• Schakel de snelheidscontrolehendel (1O) in de positie
STOP (1BB).
• Duw de handvatten (1B) naar binnen en draai de
knoppen (1A) vast.
Blokkeer de zaag op haar plaats of bevestig
haar op haar plaats met behulp van de
BEVESTIGINGSBEUGELS (3H) op de voor-
en achterzijde van de machine om beweging
tijdens het transport te vermijden.
4
Controle vóór het starten
Houd rekening met de bedrijfscondities vanuit
een gezondheids- en veiligheidsstandpunt.
86
• Brandstof (Raadpleeg de onderhoudshandleiding van
de motor.) Gebruik dieselbrandstof nr. 2 voor normale
omstandigheden.
• Controleer of het niveau van de motorolie correct is.
Omdat de motor vaak werkt op een oppervlak dat niet
waterpas is, dient u het olieniveau (met de motor in
een horizontale positie) regelmatig te controleren om
te verzekeren dat het olieniveau nooit lager is dan het
minimumteken op de peilstok. De motorolie 15W40
CD of CE is aanbevolen. (6B)
• Raadpleeg de motorhandleiding om te starten. Zie de
John Deere handleiding OMRG34851.
5
Het blad monteren
(Zie afbeeldingen 1 en 2)
• Schakel de startschakelaar van de motor (1H) in
positie "1".
• Breng de machine omhoog met behulp van
de omhoog/omlaag-schakelaar (1P) op de
snelheidscontrolehendel (1O).
• Schakel de startschakelaar van de motor (1H) in
de positie "0" (UIT).
• Draai de bout los op het springslot van de
bladafdekking (2G).
• Hef de voorzijde van de bladafdekking (2H)
omhoog.
• Draai de bout van de bladas (2A) los. Verwijder de
buitenflens (2B).
• Plaats het diamantblad (2E) op de doorn van de
buitenflens (2C).
• Installeer de buitenflens (2B) in de bladas (2I)
en vergewis er u van dat de borgpin (2D) in het
diamantblad (2E) en in de binnenflens (2F) steekt.
Let op de draairichting van het blad. De
draairichting wordt aangegeven door een
pijl op zowel het DIAMANTBLAD (2E) als
de BLADAFDEKKING (2H). Let op dat de
raakvlakken op het DIAMANTBLAD (2E), de
BINNEN - & BUITENFLENZEN (2B & 2F) en
de BLADDOORN (2C) zuiver zijn.
• Roteer de buitenflens (2B) en het diamantblad (2E) in
de tegenovergestelde richting van de bladrotatie om
speling te verwijderen.
• Installeer de bout van de bladas (2A) en draai hem
vast met behulp van de moersleutel van de bladas
terwijl u het diamantblad (2E) stevig vasthoudt.
• Breng de voorzijde van de bladafdekking (2H) naar
omlaag en draai de bout (2G) op het springslot van
de bladafdekking (2G) vast.
De bout van de bladas (2A) op de rechterzijde
heeft een linkse schroefdraad. De bout van
de bladas (2A) op de linkerzijde heeft een
rechtse schroefdraad.
Slip-over bladafdekkingen zijn voorzien van
een veiligheidsslot dat achter een sluitplaat
koppelt en een bout om de achterzijde van
de afdekking vast te houden.