Verhelpen van storingen
Bij problemen met de instelling of het gebruik van de afstandsbediening, moet u eerst
de batterijen (pagina 7) en vervolgens de onderstaande punten controleren.
Probleem
De componenten kunnen
niet worden bediend.
De componenten kunnen
niet worden bediend,
zelfs nadat de
componentencodenummers
zijn ingesteld.
Het volume kan niet
worden geregeld.
De afstandsbediening
kan de
afstandsbedieningssignalen
niet aanleren.
Een component kan niet
worden bediend, zelfs
nadat u de
afstandsbedieningssignalen
hebt geprogrammeerd
met de "aanleer"-functie.
84
Oplossing
• Begeef u dichter bij de component. Het maximum bereik is ongeveer
10 m.
• Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de component en zorg
ervoor dat er zich geen obstakels tussen afstandsbediening en
component bevinden.
• Zet de component desgewenst eerst aan.
• Controleer of de component compatibel is met infrarood
afstandsbediening. Indien uw component bijvoorbeeld niet met een
afstandsbediening werd geleverd, kan hij wellicht niet op afstand
worden bediend.
• Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de
componentkeuzetoets of Label-toets. Een component wordt toegewezen
door een componentcodenummer in te stellen. Bijgevolg kan de naam
van de ingestelde component verschillen van deze op de
componentkeuzetoets of de Label-toets. In dat geval is het raadzaam de
instelling te herhalen (pagina 12) en de componentnaam op de Mode
Display-toets of de naam van de Label-toets te wijzigen (pagina 23, 24).
• Stel de juiste componentencode in. Indien de eerst vermelde code voor
uw component niet werkt, probeer dan alle codes voor uw component
in de volgorde waarin ze in de meegeleverde lijst van
"componentencodenummers" vermeld staan.
• Sommige functies kunnen niet worden vooringesteld. Indien sommige
of alle toetsen niet naar behoren werken, ook na het instellen van de
componentencodes, moet u de afstandsbedieningssignalen voor de
component programmeren met behulp van de leerfunctie (pagina 19).
• Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereo-installatie,
controleer dan of de afstandsbediening wel is ingesteld zoals
beschreven onder "Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten
op een stereo-installatie" (pagina 29).
• Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de TV of AMP
toets (pagina 45, 46). In dit geval kunt u de geluidssterkte niet regelen
wanneer u een andere component dan de televisie of versterker kiest.
• Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een
afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem (wordt bij
sommige Sony receivers en versterkers geleverd), dan kan het
responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren van signalen
hinderen. Ga dan naar een plaats waar de signalen het hoofdapparaat
niet kunnen bereiken (b.v. in een andere kamer).
• Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft "geleerd".
Indien dat niet zo is, zie "Voor correct leren" (pagina 25) en herhaal de
leerprocedure (pagina 19).