Controleren of het
codenummer werkt
1
Druk op de componentkeuzetoets
of de Label-toets voor het
apparaat dat u hebt ingesteld.
Om de Label-toetsen weer te geven en
te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op
de OTHER toetsen.
TV
De afstandsbediening wordt
ingeschakeld en de tiptoetsen
verschijnen op het scherm.
2
Schakel het te bedienen apparaat
in met de aan/uit-schakelaar op
het apparaat zelf.
3
Richt de afstandsbediening naar
het apparaat en druk op de
POWER1 toets in het
tiptoetsenscherm.
Tijdens het verzenden van het
bedieningssignaal verschijnt het
symbool op het scherm.
Nu hoort het apparaat te worden
uitgeschakeld.
4
Als het tot zover goed verloopt,
kunt u controleren of de andere
functies van het apparaat ook
goed reageren op de
afstandsbediening, zoals de
programmapositie en de
volumeregeling.
Pagina 18 voor nadere
bijzonderheden hieromtrent.
5
Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Als u de COMMANDER OFF toets
langer dan 2 seconden ingedrukt
houdt
Dan schakelt de afstandsbediening
uit.
Als u de COMMANDER OFF toets
minder dan 2 seconden ingedrukt
houdt
Dan keert de afstandsbediening terug
naar de vorige instelstand.
Als de afstandsbediening niet goed
lijkt te werken
Probeer of het beter lukt na instellen van een
andere code uit de tabel voor dezelfde
component (pagina 12).
Toetsen waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
"aangeleerd"
Als er voor een bepaalde toets al eerder
een signaal is geprogrammeerd met de
aanleerfunctie (pagina 19), zal de
"aangeleerde" functie blijven werken,
ook al stelt u een ander
componentcodenummer in. Voor gebruik
als een vaste component-bedieningstoets
zult u dan eerst de "aangeleerde" functie
moeten wissen (pagina 25).
Wordt vervolgd
15