Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control-functies (vervolg)
Programmeren van een reeks
bedieningscommando's voor
de componentkeuzetoetsen
of de Label-toetsen
Net als de bij de SYSTEM CONTROL
toetsen of de Label-toetsen kunt u ook een
reeks bedieningscommando's vastleggen
onder de componentkeuzetoetsen (max.
32 stappen).
Om een System Control bedieningsreeks uit
te voeren die is geprogrammeerd voor een
componentkeuzetoets of een label-toets,
moet u de toets langer dan 2 seconden
ingedrukt houden.
De uitvoertijd van de componentmacro
hangt af van de instelling (pagina42).
Opmerkingen
• De geprogrammeerde commando's worden
uitgevoerd wanneer u de
componentkeuzetoets of Label-toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houdt. Als u de
toets minder dan 2 seconden indrukt, werkt
die als een gewone componentkeuzetoets en
verschijnen de betreffende tiptoetsen op het
scherm.
• Zie ook "Betreffende de tijdsduur tussen de
commando's in een bedieningsreeks" pagina
34 en "Opmerkingen over de System Control
bedieningsreeksen" pagina 37.
38
Bijvoorbeeld: programmeren van
de reeks pagina 31 voor de TV-
toets
1
Volg stap 1 en 2 pagina 32.
Als er al een reeks
bedieningsfuncties voor die toets
is geprogrammeerd.
De geprogrammeerde commando's worden
dan in volgorde aangegeven. Om een
nieuwe bedieningsreeks te programmeren,
moet u eerst een bestaande reeks wissen
(pagina 39).
2
Druk op de componentkeuzetoets
waarvoor u een bedieningsreeks
wilt programmeren.
TV
De gekozen componentnaam
verschijnt op de Mode Display-toets.
Andere componentnamen verschijnen
op de Label-toetsen.
U kunt de Label-toets voor het
programmeren van een
bedieningsreeks kiezen door op de
gewenste Label-toets te drukken.
Om de componentnamen van de
Label-toetsen te wijzigen, drukt u
herhaaldelijk op de OTHER toets. Bij
elke druk op de OTHER toets,
verandert de weergave van de Label-
toetsen zoals in stap 4 op blz 13.
3
Volg stap 4 tot 7 pagina 33.