Als u op de NO toets drukt
Het scherm keert terug naar stap 1.
5
Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Als u de COMMANDER OFF toets
langer dan 2 seconden ingedrukt
houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets
minder dan 2 seconden ingedrukt
houdt
Dan keert de afstandsbediening terug
naar de vorige instelstand.
De SYSTEM CONTROL 1 of 3 toets
verwijderen
De SYSTEM CONTROL 1 toets is
vooringesteld met een reeks
uitschakelopdrachten voor Sony
componenten en de SYSTEM CONTROL
3 toets met een reeks
inschakelopdrachten voor Sony
componenten.
Volg de onderstaande procedure om de
geprogrammeerde opdrachten voor elke
toets te verwijderen.
1 Druk op MUTING terwijl u op
COMMANDER OFF drukt.
2 Druk op de SYSTEM knop op het
scherm.
3 Druk op de SYSTEM CONTROL 1 of 3
toets terwijl u op de DEL knop drukt.
Het programma voor de geselecteerde
toets wordt gewist.
De SYSTEM CONTROL 1 of 3 toets
terugstellen
Om ze terug te stellen, volgt u de
onderstaande procedure.
1 Wis de "aangeleerde" functie (zie
"Wijzigen of wissen van een
aangeleerde functie" pagina 25) of de
systeembedieningsfunctie (zie
"Geprogrammeerde commando's voor
een bepaalde SYSTEM CONTROL toets
of betreffende Label-toets wissen"
pagina 35.) die is geprogrammeerd
onder SYSTEM CONTROL 1 of 3.
2 Wis opnieuw de
systeembedieningsfunctie die is
geprogrammeerd onder SYSTEM
CONTROL 1 of 3 (pagina 35).
Kies SYSTEM CONTROL 1 of 3 in stap
5 pagina 35.
Opmerking
De tussentijd (pagina 40) wordt niet teruggesteld,
zelfs indien u deze procedure volgt.
Opmerkingen over de System
Control bedieningsreeksen
•Als de afstandsbedieningssensoren van
de componenten te ver uiteen staan of
als er zich een obstakel tussen bevindt,
kunnen niet alle componenten naar
behoren werken wanneer u op de
SYSTEM CONTROL toets of Label toets
drukt.
•Als om de bovenstaande of een andere
reden iets mis gaat met de
bedieningsreeks, dan moet u alle
componenten weer in de
oorspronkelijke stand brengen van voor
u op de SYSTEM CONTROL toets of de
Label toets hebt gedrukt. Anders loopt
u de kans dat de bediening bij het
opnieuw indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets of een Label toets weer
mis gaat.
•Sommige componenten kunnen
mogelijk niet altijd inschakelen met de
systeembedieningsfunctie. Dit komt
doordat de component afwisselend in
en uit wordt geschakeld bij ontvangst
van het in-/uitschakelsignaal.
Controleer in dat geval de in- of
uitschakelstand van de component
alvorens de systeembedieningsfunctie
te gebruiken.
Wordt vervolgd
37