Kan de printer niet vinden via Wi-Fi
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Controle 1
Als dit niet het geval is, controleert u of de printer goed is aangesloten en drukt u op de knop AAN (ON) om deze
in te schakelen.
Het AAN (ON)-lampje knippert terwijl de printer wordt geïnitialiseerd. Wacht totdat het AAN (ON)-lampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Controleer het pictogram
Controle 2
aanraakscherm.
Als het pictogram
wordt weergegeven of alleen het pictogram
LAN uitgeschakeld.
Selecteer achtereenvolgens LAN-instellingen (LAN settings) > Wi-Fi > Instell. (Settings) en selecteer
Inschakelen (Enable) bij Wi-Fi inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Wi-Fi).
Als het pictogram
wordt weergegeven, raadpleegt u de controle-items van Controle 3 of later om te
zorgen dat de installatie van de printer is voltooid en dat de instellingen van de draadloze router waarmee wordt
verbonden, correct zijn.
Controleer of de installatie van de printer op de computer is voltooid.
Controle 3
Zo niet, voer dan de installatie uit.
• Voor Windows:
Voer de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina.
• Voor macOS:
Voer de installatie uit vanaf de webpagina.
Opmerking
• Met IJ Network Device Setup Utility kunt u de netwerkstatus diagnosticeren en herstellen. U kunt dit
downloaden vanaf de webpagina.
Voor Windows
Voor macOS
Zorg dat de netwerkinstellingen van de printer en de draadloze router met
Controle 4
elkaar overeenkomen.
(Netwerkstatus (Network status)) op het
wordt weergegeven, is draadloos
378