Wanneer u begint met afdrukken/kopiëren, wordt een bericht weergegeven en wordt de papierinstelling
voor afdrukken/kopiëren weergegeven onder het bericht.
Controleer het bericht en selecteer Volgende (Next). Wanneer het scherm voor het selecteren van de
bewerking wordt weergegeven, selecteert u een van onderstaande opties.
Opmerking
• Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden onderstaande opties misschien niet
weergegeven.
Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.)
Selecteer deze optie als u wilt afdrukken/kopiëren op papier dat is geplaatst zonder de
papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Wanneer de papierinstelling voor afdrukken/kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer
geregistreerde papiergegevens A4, begint de printer met afdrukken/kopiëren op het papier dat in de
achterste lade of de cassette is geplaatst, zonder de papierformaatinstelling voor het afdrukken/
kopiëren te wijzigen.
Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print)
Selecteer deze optie als u na het vervangen van het papier in de achterste lade of de cassette wilt
afdrukken.
Wanneer de papierformaatinstelling voor afdrukken/kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer
geregistreerde papiergegevens A4, plaatst u papier van A5-formaat in de achterste lade of de
cassette voordat u begint met afdrukken/kopiëren.
308