1.3.4 Nachtverlaging
Voor het verlagen van de temperatuur gedurende de nachtelijke
uren moeten de perioden, waarin deze lagere temperatuur moet
gelden, met de schakelklok worden ingesteld.
Na het afnemen van de kunststof kap kan het instellen met behulp
van de schakelnokken plaatsvinden. Een nok komt met één uur
overeen.
De nachttemperatuur kan voor elke dag van de week afzonderlijk
worden ingesteld. Voor het instellen van de tijden met een lagere
temperatuur moeten de desbetreffende nokken naar buiten
worden geschoven. Om de normale vertraging bij het verlagen en
verhogen van de temperatuur te compenseren, moet het begin en
het einde van de temperatuurverlaging twee uur eerder worden
ingesteld.
Door de draaiknop in de stand "I" te zetten, wordt de
temperatuurverlaging meteen actief. Het omschakelen in de stand
"0" geschiedt handmatig of na de volgende schakeling via de
nokken.
Door de fabriek is de waarde van de temperatuurverlaging op 3°K
ingesteld. Om deze waarde te wijzigen moet de toets
éénmaal
en vervolgens toets
zolang worden ingedrukt, tot boven in de
display het cijfer 20 verschijnt (instelwaarde 20). In het onderste
gedeelte van de display staat - als geen wijzigingen hebben
plaatsgevonden - een 3. Deze waarde komt overeen met de
temperatuurverlaging in °C van de aanvoerwatertemperatuur.
Om deze waarde te wijzigen moet toets
ingedrukt worden
gehouden en moet gelijktijdig met de toetsen
of
de
gewenste aanpassing plaatsvinden.
Voor het activeren van de nachtverlaging moet toets
worden
ingedrukt, nu verschijnt het cijfer 0 (gedeactiveerd). Door de toets
nogmaals in te drukken wordt de nachtverlaging geactiveerd en er
verschijnt een 1.
Voor het uitschakelen van de verlaging moet deze functie weer op
0 worden gezet.
7