12.9. Statistiek
De Statistiek functie geeft statistische informatie weer van het diagram/tabel als geheel
of van een selectie ervan.
• Weergeven van statistieken
Voor de statistiek van de hele dataverzameling: selecteer Analyse/Verwerking >
•
Statistiek. Klaar.
• Voor een selectie van de data: sleep eerst in de Tabel met
uw vinger een selectie; en selecteer daarna
Analyse/Verwerking > Statistiek.
U kunt de statistische informatie kopiëren naar het
•
klembord door
12.10. Histogram
Het histogram gereedschap wordt gebruikt om een statistisch histogram te maken – een
grafische weergave van de spreiding van data. Het gemeten bereik van de variabele (de
kolom) wordt in evengrote bakken/klassen verdeeld waarin de voorkoming-frequentie
geteld wordt. De hoogte van de diagrambalk is gelijk aan het voorkomen in de klasse.
Bepalen van een histogram
Selecteer Analyse/Verwerking >
•
Histogram.
Selecteer in het rolmenu linksboven
•
de kolom waarvan u het histogram
wilt maken.
Specificeer de Onder en Boven
•
waarden.
Typ rechtsboven het aantal klassen.
•
(standaard 5); of gebruik de
knoppen ernaast.
Tik
om een histogram te maken. Als u niet tevreden bent met het resultaat,
•
verander de parameter-instellingen en tik
• Tik als laatste
om de histogram-functie te verlaten.
• Tik vervolgens op OK om het nieuwe Histogram inderdaad toe te voegen, of tik
Annuleren om twee stappen terug te gaan en het Histogram weer te bewerken.
44 | VinciLab Handleiding
te tikken. Tik
–
en +
ter bevestiging (er komt een nieuw Diagram+Tabel bij) of tik
om te sluiten.
opnieuw.