• Tik
om op te slaan. Als u de kalibratie opslaat in de gebruikersbibliotheek dan zal
het overal beschikbaar zijn en kunt u het in elke Coach Activiteit gebruiken. Gebruik
de knop Verwijder bereik in het dialoogvenster Sensorinstellingen om een
gebruikersbereik te verwijderen
De ijking in het EEPROM geheugen van de sensor overschrijven
• Sluit een sensor met EEPROM-geheugen aan.
• Controleer of het bereik is ingesteld op EEPROM, zoniet tik dan op het bereik en
selecteer het EEPROM-bereik (het woord EEPROM wordt tussen haakjes
weergegeven).
• Tik IJken.
• Typ nieuwe coëfficiënten en eventueel een nieuwe eenheid in. De kalibratiegrafiek
wordt overeenkomstig aangepast. Het is bij EEPROM niet mogelijk om de
hoeveelheid, minimum en maximum van het sensorbereik en functietype te
bewerken. Dit komt doordat de EEPROM-kalibratie een specifiek (vast) formaat
heeft.
• U kunt de knop 'IJking uit
bibliotheek' gebruiken om een
bestaande kalibratie uit de CMA-
sensorbibliotheek te laden.
• Tik
om de nieuwe ijking in het
sensorgeheugen op te slaan. Tik OK.
De nieuwe ijking overschrijft de oude
EEPROM ijking.
• Gebruik de 'Herstel Fabrieksijking'
knop om de originele EEPROM ijking
terug te krijgen.
Een zelfgemaakte sensor bewerken
• Selecteer een zelfgemaakte sensor uit de Gebruikers Bibliotheek. (Of maak een
nieuwe. N.B.: dit is mogelijk op het moment dat in Sensorinstellingen, Sensor: nog
Leeg staat.)
• Tik Bewerken. De kalibratie/ijking dialoog komt en toont de sensornaam, kalibratie
instellingen en ijkgrafiek. Deze kan men aanpassen.
• Tik
om de wijzingen op te slaan. De sensor mag nu worden overschreven of
toegevoegd als een nieuwe zelfgemaakte sensor.
5.3. Meetinstelling
Het Meetinstellingen menu bepaalt hoe
VinciLab moet meten. Selecteer het
meettype (Tijdgestuurd, Pulsgestuurd of
Handmatig)
plus
instellingen. In het tabje Triggering vindt
32 | VinciLab Handleiding
de
bijbehorende