tams elektronik
LD-G-43
2.4. Motoraansturing
Puls breedte modulatie
De LD-G-43 is ontworpen om DC-motoren optimaal aan te sturen. Met een PWM van 25 kHz is
hij ook geschikt voor het aansturen van klokankermotoren.
Lastregeling
De LD-G-43 heeft een lastregeling. De lastregeling beïnvloedt de motorspanning dusdanig dat
de snelheid van de loc tijdens het rijden bij een gekozen rijstap constant blijft, onafhankelijk
van de belasting (b.v. rijden tegen hellingen, aangekoppelde wagens).
Door het wijzigen van een CV van de decoder kan de lastregeling worden in- of uitgeschakeld.
De lastregelparameters kunnen door het veranderen van een CV worden gewijzigd, om de
decoder aan te passen op de individuele eigenschappen van de motor.
Lastregelparameters
De lastregeling wordt bepaald door drie op elkaar afgestemde parameters (KP, KI en KD) , die
op elkaar afgestemd moeten zijn om optimale rijeigenschappen te verkrijgen. Aan iedere
lastregelparameter is een CV toegewezen.
KP: Het proportionele bestanddeel van de regeling zorgt er direct voor dat het onderscheid
tussen de MOET waarde en de IS waarde zo klein mogelijk is. De waarde "0" is onmogelijk. Dit
heeft zijn uitwerking op de basissnelheid. Is de ingestelde waarde te klein dan rijdt de loc te
langzaam. Is de waarde te groot dan schokt de loc tijdens de rit.
KI: Het integrale aandeel van de regeling zorgt ervoor dat het resterende onderscheid tussen
de MOET en de IS waarde gereduceerd wordt naar 0 en daarmee ook dat kleine afwijkingen
worden opgeheven. Is de ingestelde waarde te hoog dan leidt dat tot heftig schokken van de
loc tijdens de rit.
KD: Het differentiële aandeel van de regeling zorgt ervoor dat de regeling niet te snel wordt
omgezet. Is de ingestelde waarde te laag dan schokt de loc tijdens de rit. Is de ingestelde
waarde te hoog dan schommelt de loc tijdens de rit.
Versterkingsfactor
De basis voor de invloed van de lastregeling op de motorspanning is de spanning die door de
motor wordt teruggegeven tijdens de meetperiode. Afhankelijk van de individuele kenmerken
kunnen deze waarden te hoog of te laag zijn. Het gevolg is dat het voertuig zijn maximale
snelheid al bereikt bij een snelheidsniveau onder het hoogste niveau of helemaal niet bereikt bij
het hoogste snelheidsniveau. Om deze effecten te compenseren, kunnen de door de motor
verzonden waarden worden verhoogd of verlaagd door de versterkingsfactor aan te passen.
Snelheidskromme
Door het instellen van de vertrek-, midden- en maximumsnelheid kan de decoder worden
aangepast aan de rijeigenschappen van de motor en de karakteristieke rijsnelheden van het type
locomotief. Uit deze 3 punten genereert de decoder een snelheidskromme die lineair is tussen de
vertrek- en middensnelheid en tussen de midden- en maximumsnelheid.
Wanneer de rijstappenmode is ingesteld op 28 rijstappen, kan aan de lineaire
snelheidskromme aan elk van de 28 rijstappen een willekeurige motorspanning worden
toegewezen. Dit maakt het mogelijk een aan de motor aangepaste snelheidskromme te
creëren. De ingestelde waarden worden in de alternatieve snelheidskromme opgeslagen.
Werking | 11