Menu
Beschrijving
EH - Instellingen
EH4 - Min. buitenkoeling
warmtepomp
Om te voorkomen dat de koelfunctie wordt geactiveerd bij een lage
temperatuur van de verse lucht en er koude, onverwarmde lucht in de
woning wordt geblazen, gebruikt u deze functie voor de configuratie van
de laagste temperatuur van de buitenlucht waarbij koeling mag worden
ingeschakeld.
EH5 - Warmtapwaterelement
Activeer het pictogram van het warmtapwaterelement op het hoofdscherm
van het aanraakpaneel. (groen licht in het DHW-pictogram op het
hoofdscherm betekent dat automatische activering van het DHW-element is
ingeschakeld).
Let op: Als u 'uit' kiest, verdwijnt het warmtapwaterpictogram uit het
hoofdmenu.
EH6 – Legionella aan/uit
Als u 'aan' selecteert, wordt de automatische legionellabescherming
ingeschakeld die de warmtapwaterboiler eenmaal per week opwarmt tot 65
°C, volgens de kalender EH7, EH8
EH7 - Startdag legionella
Dag kiezen om de legionella-desinfectie te starten
EH8 - Startuur legionella
Kies het uur om de legionella-desinfectie te starten
EH9 - stop ontdooitemp
De ontdooiperiode eindigt standaard wanneer de verdamper een
temperatuur van 10 °C bereikt, wat de standaardinstelling is. Als u deze
waarde lager instelt, wordt de ontdooicyclus korter, maar kan er zich ijs
vormen op de verdamper.
EH10 - Gebalanceerde ontdooiing
Als u 'aan' kiest, blijft de huidige ventilatorsnelheid van zowel de
toevoer- als de afvoerventilatoren behouden, maar dit kan leiden
tot langere perioden van ijsvrij maken. Door 'uit' te kiezen wordt de
toevoerluchtventilator gestopt tijdens de cyclus van ijsvrij maken, wat
meestal de meest efficiënte strategie is voor ijsvrij maken.
EH11 - Constant aan/uit
Als de andere verwarmingssystemen in huis niet zijn aangesloten op
het warmtepompsysteem, kunnen de andere verwarmingssystemen in
huis, bijvoorbeeld een houtkachel, de warmtepomp stoppen, zodat het
warmtepompsysteem met warmtewisselaar alleen voorverwarmde lucht
naar alle kamers blaast. Dit kan leiden tot toenemende problemen met tocht
als de temperatuur buiten daalt.
De instelling EH11 laat de warmtepomp continu draaien, onafhankelijk van
de temperatuur van de afvoerlucht.
Als u 'aan' kiest, wordt de warmtepomp uitgeschakeld wanneer de gewenste
kamertemperatuur is bereikt.
EH12 - Constante @ temp
Als EH11 is ingesteld op 'aan', stel hier dan de buitenluchttemperatuur in
tot wanneer de warmtepomp continu moet draaien om de toevoerlucht te
verwarmen.
18
Fabrieksinstelling en
(max./min. waarden)
EH4: 15 °C (0-20 °C)
EH5: Aan (aan/uit)
EH6: Uit (aan/uit)
EH7: Maandag
(maandag-zondag)
EH8: 01 (00-23)
EH9: 10 °C (0-15 °C)
EH10: uit (aan/uit)
EH11: uit (aan/uit)
EH12: 5 °C (0-10 °C)