Menu
Beschrijving
EF - Filter
EF3 - Filter/stop
Om ervoor te zorgen dat de filters worden vervangen wanneer het
filtervervangingsalarm actief is, moet het
instelpunt op AAN worden gezet. Het systeem stopt dan automatisch na 14
dagen als de filters niet zijn vervangen in
de tussentijd.
Als deze voorzorgsmaatregel niet nodig is, kan het instelpunt op UIT worden
gezet en blijft het systeem werken.
EG -
EG1 - Vochtigheid max. temperatuur
Vochtigheidsregeling
Instellen van het eindpunt voor buitentemperatuurcompensatie (T3), zie de
X-as op de grafiek.
EG2 - Vochtigheid max. waarde
Instellen van het eindpunt voor buitentemperatuurcompensatie, zie de Y-as
op de grafiek (gewenste max. vochtigheidswaarde).
EG3 - Vochtigheid ventilatorsnelheid
Instellen hoeveel de ventilatorsnelheid mag afwijken ten opzichte van de
gewenste ventilatorsnelheid.
Voorbeelden
Instelpunt ventilatorsnelheid niveau 2 (EB2/EB6) = ± 15 %
EG4 - Frequentie vochtigheidsregulatie
Instellen van de gewenste frequentie voor hoe vaak de ventilatorsnelheid
mag worden gewijzigd.
De functie is gedefinieerd als 1 % per tijdseenheid.
Wanneer de vochtigheidsregeling is geactiveerd, wordt de huidige
vochtigheid continu gemeten via de geïntegreerde vochtigheidssensor in
het ventilatieapparaat, die in de afvoerleiding is geplaatst.
EH - Instellingen
EH1 - Prioriteit water/lucht
warmtepomp
Bij het kiezen van water wordt eerste prioriteit gegeven aan het verwarmen
van water voordat wordt overgeschakeld op ruimteverwarming en
omgekeerd.
EH2 - Vrijgave koeling
Door 'aan' te kiezen wordt het koelpictogram op het display ingeschakeld,
van waaruit de koeling kan worden geactiveerd. (groen licht in het
koelpictogram op het hoofdscherm betekent dat automatische activering
van koeling is ingeschakeld)
Let op: Als u 'uit' kiest, wordt het koelpictogram uit het hoofdmenu
verwijderd.
EH3 - Activering koeling
Extra compensatie naar EE1 (bypasscompensatie) vanaf wanneer de actieve
koeling start.
bijv. gevraagde kamertemperatuur 20 °C
Wanneer EE1 is ingesteld op 20 + 3 °C wordt de actieve koeling
ingeschakeld als de afvoerluchttemperatuur 20 + 3 + 3 = 26 °C bereikt.
Houd er rekening mee dat de omleidingsdemper wordt gesloten wanneer
actieve koeling actief is om de efficiëntie te maximaliseren.
Fabrieksinstelling en
(max./min. waarden)
EF3: uit (aan/uit)
EG1: 15 °C
(5 - 25 °C)
EG2: 60 %
(35 - 85 %)
EG3: 15 %
(5 - 30 %)
EG4: 10 min
(1 - 60 min)
EH1 : water (water/
lucht)
EH2 : aan (aan/uit)
EH3: 3 °C (0-5 °C)
17