SURROUND Mode
instellingen
Bij het afspelen van discs die zijn opgenomen
met Dolby Surround (Pro Logic), kunt u
genieten van surround sound.
Deze functie is beschikbaar wanneer u 4 of
meer luidsprekers aansluit en bij "ACHTER"
onder "GROOTTE" van "LUIDSPREKER"
een andere instelling opgeeft dan "GEEN".
Bladertoets
1
Ga met de bladertoets omlaag of
omhoog tijdens het afspelen om
"SURROUND" weer te geven op
het LCD-scherm.
2
Richt de afstandsbediening op de
speler en druk op de bladertoets
totdat
verschijnt op het
LCD-scherm.
Het volgende scherm verschijnt.
NORMAL SURROUND
3
Druk herhaaldelijk op de
bladertoets om een van de
surround-modes te kiezen.
• NORMAL SURROUND
Discs met 2-kanaals audiosignalen
worden gedecodeerd met Dolby
Surround (Pro Logic) om surround-
effecten te verkrijgen. De
achterluidsprekers produceren identiek
monogeluid. Wanneer u gebruik maakt
van een middenluidspreker, produceert
die het passende geluid.
• ENHANCED SURROUND
Geeft een groter gevoel van
aanwezigheid bij weergave van een
Dolby Surround (Pro Logic) bron met
monosignaal via het achterkanaal.
Produceert een op stereo lijkend effect
via de achterkanalen.
L
LS
L: Voorluidspreker (links)
R: Voorluidspreker (rechts)
LS: Achterluidspreker (links)
RS: Achterluidspreker (rechts)
De instelling annuleren
Kies "UIT" in stap 3.
z Tip
U kunt "SURROUND" ook kiezen via het
bedieningsmenu (pagina 14).
Opmerkingen
• Indien u de DIGITAL OUT (OPTICAL of
COAXIAL) aansluiting kiest en "DOLBY
DIGITAL" instelt op "DOLBY DIGITAL",
"DTS" op "DTS" en "MPEG" op "MPEG" onder
"AUDIO INSTELLING", wordt het geluid
geproduceerd door uw luidsprekers zonder
surround-effect.
• Wanneer de speler is ingesteld om het signaal uit
te voeren via de DIGITAL OUT uitgang
(OPTICAL of COAXIAL), is het surround-effect
niet hoorbaar bij het afspelen van een CD.
R
RS
61