• Een bekabeld beeldscherm aansluiten
Opmerking: Wanneer u een extern beeldscherm aansluit, hebt u een video-interfacekabel met een
ferrietkern nodig.
1. Sluit het externe beeldscherm aan op een passende video-aansluiting op uw computer, zoals de
HDMI-aansluiting.
2. Sluit het externe beeldscherm aan op een stopcontact.
3. Zet het externe beeldscherm aan.
Als uw computer het externe beeldscherm niet detecteert, klik dan met de rechtermuisknop op het
bureaublad en klik op Schermresolutie/Beeldscherminstellingen ➙ Detecteren.
• Een draadloos beeldscherm aansluiten
Opmerking: Als u een draadloos beeldscherm wilt gebruiken, zorg dan dat uw computer en het externe
beeldscherm de functie Miracast ondersteunen.
Voer een van de volgende handelingen uit:
– Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Verbonden apparaten ➙
Een apparaat toevoegen.
– Klik op het pictogram van het Actiecentrum
Selecteer het draadloze beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen.
Een weergavestand kiezen
U kunt uw bureaublad en toepassingen op het beeldscherm van de computer, op het externe beeldscherm
of op beide laten weergeven. Als u wilt kiezen hoe de video-uitvoer wordt weergegeven, drukt u op de
wisselknop van de weergavemodus
Er zijn vier weergavemodussen:
• Verbinding verbreken: geeft de video-uitvoer alleen weer op het beeldscherm van de computer.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Verbinding verbreken, Alleen PC-scherm, Alleen
computer of Verbinding met projector verbreken zien.
• Dupliceren: geeft dezelfde video-uitvoer op het beeldscherm van de computer en een extern
beeldscherm.
• Uitbreiden: breidt de video-uitvoer van het beeldscherm van de computer uit naar een extern
beeldscherm. U kunt items slepen en verplaatsen tussen de twee beeldschermen.
• Alleen projector: geeft de video-uitvoer alleen weer op een extern beeldscherm.
Opmerking: Afhankelijk van de situatie, kunt u Alleen projector of Alleen tweede scherm zien.
Als u programma's weergeeft die gebruikmaken van DirectDraw of Direct3D
de video-uitvoer alleen op het hoofdbeeldscherm.
De instellingen van het beeldscherm aanpassen
U kunt de instellingen voor zowel het computerscherm als het externe beeldscherm wijzigen. U kunt
bijvoorbeeld bepalen welk scherm het hoofdscherm is en welke het secundaire beeldscherm is. U kunt ook
de resolutie en oriëntatie wijzigen.
U wijzigt de weergave-instellingen als volgt:
in het systeemvak van Windows. Klik op Verbinden.
en selecteert u vervolgens een weergavemodus naar keuze.
®
in Volledig scherm, verschijnt
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
29