4.
4. Controleer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype).
De papierinformatie wordt gebruikt in de afdrukinstellingen die u opgeeft wanneer u opnieuw afdruk in
stap 5.
Nadat u de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) hebt gecontroleerd, selecteert u OK met
de knoppen
5.
5. Druk opnieuw af.
Opmerking
•
• Kijk hieronder voor de juiste combinatie van papierformaat en mediumtype.
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype)
Andere maatregelen
Papier plaatsen dat is opgegeven in de afdrukinstellingen
Voer de onderstaande stappen uit als u het papier dat in de achterste lade is geplaatst, wilt vervangen
door papier dat geschikt is voor de afdrukinstellingen en wilt doorgaan met afdrukken.
op de printer en drukt u op de knop OK.
524