•
• Als u papier gebruikt vanuit de cassette:
4.
4. Controleer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype).
De papierinformatie wordt gebruikt in de afdrukinstellingen die u opgeeft wanneer u opnieuw afdruk in
stap 5.
•
• Als u papier gebruikt vanuit de achterste lade:
Nadat u de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) hebt gecontroleerd, selecteert u OK
met de knoppen
op de printer en drukt u op de knop OK.
517