3.
3. Plaats papier dat is opgegeven in de afdrukinstellingen in de cassette.
4.
4. Registreer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) bij de printer.
Selecteer Wijzigen (Change) en registreer de papierinformatie (paperformaat en mediumtype) van het
papier dat in de cassette is geplaatst correct bij de printer.
Afdrukken zonder papier en afdrukinstellingen te wijzigen
Volg de onderstaande stappen als u bijvoorbeeld wilt doorgaan met afdrukken/kopiëren terwijl het papier
dat in de cassette is geplaatst en de papierinformatie die bij de printer is geregistreerd niet overeenkomen.
673