Het scherm voor het registreren van de toestelnaam en het fax-/telefoonnummer van het toestel wordt
weergegeven.
7.
7. Voer een toestelnaam in.
1.
1. Selecteer het invoerveld onder Toestelnaam (Unit name).
Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven.
2.
2. Voer een toestelnaam in.
3. Selecteer OK.
3.
Opmerking
• U kunt maximaal 24 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam.
•
8. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op.
8.
1.
1. Selecteer het invoerveld onder Toestelnummer (Unit TEL).
Het scherm voor het invoeren van het nummer wordt weergegeven.
2.
2. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op.
3.
3. Selecteer OK.
428