Wanneer u begint met afdrukken/kopiëren, wordt er een bericht weergegeven.
Controleer het bericht, selecteer Volgende (Next) en kies een van de volgende opties.
Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.)
Selecteer deze optie als u wilt afdrukken/kopiëren op papier dat is geplaatst zonder de
papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Wanneer de papierinstelling voor afdrukken/kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer
geregistreerde papiergegevens A4, begint de printer met afdrukken/kopiëren op het papier dat in
de achterste lade of de cassette is geplaatst, zonder de papierformaatinstelling voor het afdrukken/
kopiëren te wijzigen.
Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print)
Selecteer deze optie als u na het vervangen van het papier in de achterste lade of de cassette wilt
afdrukken.
Wanneer de papierformaatinstelling voor afdrukken/kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de op de printer
geregistreerde papiergegevens A4, plaatst u papier van A5-formaat in de achterste lade of de
cassette voordat u begint met afdrukken/kopiëren.
Het registratiescherm voor papiergegevens wordt weergegeven nadat u het papier hebt vervangen.
Registreer de papiergegevens op basis van het papier dat u hebt geplaatst.
Afdruk annul. (Cancel print)
Hiermee annuleert u het afdrukken.
340